Dienst van SURF
© 2025 SURF
Beschouwing op de impact van de Covid-19-pandemie op situatie van de wijkverpleging in Nederland.
LINK
Huiselijk geweld lijkt sterk toe te nemen tijdens de Covid-19 pandemie. Wat opvalt in de berichtgeving, is dat er stelselmatig wordt uitgegaan van mannelijke daders en vrouwelijke slachtoffers. Is dit wel terecht? In dit artikel beschrijven Vivienne de Vogel en Kasia Uzieblo dat ook vrouwen huiselijk geweld plegen en gaan ze in op de weerstand in de maatschappij om vrouwen als pleger én om mannen als slachtoffer te zien van huiselijk geweld. The prevalence of domestic violence seems to be increasing during the COVID-19 pandemic. In most media coverage and calls for preventive initiatives from professionals and policy, males are consistently portrayed as perpetrators of domestic violence and females and children as victims, also by leading organizations like the WHO. However, research has clearly shown that there are more types of domestic violence, like sibling and elder abuse and that women are also capable of serious violence towards their family. The current article aims to summarize the literature on gender and domestic violence, and to discuss the societal reluctance to acknowledge females as potential perpetrators, and males as potential victims.
In maart 2021 is er een enquête uitgezet onder de ISW studenten van de Hogeschool Utrecht. Het ISW bestaat uit de opleidingen Social Work en Vaktherapie, het aantal respondenten dat op de enquête heeft gereageerd is 362. Volgend op deze enquête zijn er negen interviews afgenomen en heeft er één verdiepende focusgroep plaatsgevonden. De resultaten hiervan zijn beschreven in dit rapport. Het belangrijkste resultaat is dat 75% van de studenten aangeeft dat hun welzijn is verslechterd sinds september 2020. Naar aanleiding van de resultaten zijn er drie aanbevelingen geschreven, voor studenten, de Hogeschool Utrecht en de overheid. Dit rapport heeft vijf hoofdstukken over onder andere het welzijn van de studenten en de mate waarin de student zich verbonden voelt met de HU, docenten en medestudenten. Daarnaast wordt toegelicht welke sociale diensten er momenteel worden aangeboden aan de doelgroep om hun welzijn te kunnen bevorderen en een stuk communicatie hierover naar de student. Er wordt gekeken naar een duurzame dienst of product waarbij de toekomst een grote rol speelt. Ook worden daar de resultaten besproken over de visie van de student en of zij bijvoorbeeld nog op de lange termijneffecten zullen ervaren van het COVID19 virus. Tot slot wordt er in het laatste hoofdstuk beschreven over mogelijk passende diensten of producten die aansluiten bij deze doelgroep. Hierbij wordt de behoefte van de student toegelicht.
De COVID-19-pandemie heeft het belang duidelijk gemaakt van continuïteit van zorgverlening binnen de GGZ. Online behandeling is een veelbelovende oplossing daarvoor. Vaktherapie is een vaak ingezette behandeling voor psychiatrische aandoeningen. Vaktherapie is ervaringsgericht en bestaat uit beeldende, dans-, drama-, muziek-, psychomotorische en/of speltherapie. Vaktherapie wordt tot dusverre nog niet online aangeboden. Virtual Reality (VR) is een innovatieve manier om vaktherapie online aan te bieden. Eerder is een innovatieve online vaktherapieruimte ontwikkeld, de VR Health Experience (VRhExp). Hierdoor konden cliënten online vanuit huis aan vaktherapie deelnemen. De VRhExp werd door vaktherapeuten als veelbelovend beschouwd. Tegelijkertijd gaven vaktherapeuten aan specifieke interventies te missen. Het ´ARts and psychomotoR Interventions for Virtual rEality (ARRIVE)´ project stelt zich ten doel om vaktherapeutische VR-interventies te ontwikkelen en te bouwen voor de VRhExp. Vervolgens worden de VR-interventies in pilots onderzocht. Dit wordt gedaan door IT-technici, vaktherapeuten en onderzoekers met behulp van de Design Thinking methode. De VR-interventies worden Open Access beschikbaar gesteld. Door het opnemen van VR-interventies in de VRhExp wordt deze daadwerkelijk bruikbaar voor het aanbieden van online vaktherapie. Dit praktijkonderzoek wordt uitgevoerd door de lectoraten ‘Vaktherapie bij Persoonlijkheidsstoornissen’ en ‘Innovatie in de Care’ van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen in samenwerking met twee vaktherapeutische praktijken (MKB) en GGNet (Centrum voor Geestelijke Gezondheid). De onderzoeksresultaten worden geïmplementeerd in het onderwijs en het werkveld.
We staan in Nederland voor een belangrijk maatschappelijk vraagstuk. Sinds 2020 laat de COVID-19 pandemie het groeiende tekort aan verpleegkundigen zien en is een vergrootglas gelegd op de problemen in de gezondheidszorg. Verpleegkundigen worden niet duurzaam ingezet, crisisbeleid wordt over in plaats van mét verpleegkundigen gemaakt, en het taakgerichte werken leidt tot demotivatie en beperking van de autonomie. Verpleegkundigen willen datgene doen, waarvoor ze het vak hebben gekozen: waarde toevoegen aan de kwaliteit van patiëntenzorg. Dit vereist dat verpleegkundigen zich hun leven lang blijven ontwikkelen, zodat zij vanuit een actuele en stevige kennisbasis, een constante praktijktheorie en eigen expertisegebied kunnen handelen. Dit is noodzakelijk voor de omgeving om autoriteit toe te kennen aan de verpleegkundige beroepsgroep. De kritische beroepshouding die hierdoor ontstaat draagt bij aan professionele zeggenschap en autonomie. Dit gebeurt echter onvoldoende met als gevolg hoge uitstroom van verpleegkundigen. Een groot deel van de startende verpleegkundigen verlaat het vak vroegtijdig, terwijl de groep van oudere verpleegkundigen moeite heeft zich te blijven ontwikkelen én actief lid te zijn van de beroepsgroep. Met het lectoraat ‘Continue professionele ontwikkeling van verpleegkundigen’ slaan Fontys, Avans Hogeschool en het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis de handen ineen. Zij gaan actief aan de slag om te onderzoeken hoe het werken in Zorg Innovatie Centra bijdraagt aan de continue professionele ontwikkeling van verpleegkundigen en wat dit oplevert in termen van bevlogenheid, werkplezier en behoud. Annemarie de Vos werkt als Projectleider Verpleegkundig Leiderschap en Wetenschap in het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg. Als L.INT-lector gaat zij samenwerken met verpleegkundigen en (docent-)onderzoekers van Fontys en Avans Hogeschool. Studenten van beide hogescholen zullen actief participeren in projecten of stages binnen het lectoraat. Daarnaast wordt samengewerkt met de partners Transvorm en BKV. Door de krachten te bundelen wordt het onderzoek gezamenlijk uitgevoerd, en wordt de verworven kennis verspreid binnen regionale en landelijke netwerken.
Tijdens de COVID-19 pandemie worden aan burgers wetten en regels opgelegd en vrijheden ingeperkt, met grote en kleine gevolgen. Mensen kunnen hun geliefden beperkt zien en verliezen hun inkomen of woning. Dit onderzoek wil inzicht geven in keuzes die burgers maakten in relatie tot een specifieke coronamaatregel, door middel van verhalen uit de praktijk. Daarbij staat centraal wat het met iemand heeft gedaan. Heeft de burger bijvoorbeeld, overwogen zijn of haar recht te halen?Doel Professionals bewust maken wat - juridische - zelfredzaamheid in de praktijk betekent voor het realiseren van toegang tot het recht in deze bijzondere tijd. Resultaten Er worden twaalf korte documentaires gemaakt die de verhalen vertellen van de getroffenen tijdens de COVID-19 pandemie. In het bijzonder gaat het over hoe zij specifieke maatregelen hebben ervaren en of zij hebben geprobeerd hun recht te halen. Hieronder zijn de drie meest recente freedomentaries te bekijken. De Verpleegkundig Teamleider IC Charlot heeft het coronavirus van verschillende kanten ervaren, zowel privé doordat ze zelf besmet raakte, als in haar werk. 'In mijn functie als teamleider voel ik me verantwoordelijk voor het welzijn van patiënten en medewerkers. Maar ook in het hebben van vertrouwen dat die maatregelen er niet zonder reden zijn (...). We hebben zorgverlening en organisatie aan moeten passen door maatregelen, terwijl die het voor ons ook draaglijker moesten maken door het aantal besmettingen te reduceren. Dat voelde soms dubbel.' De leraar “Geen leerachterstand, maar een leefachterstand”, zo omschreef een scholier de coronasituatie in een ingezonden brief in de Volkskrant. Leraar Remy Balisteri kan zich hierin vinden. “Er zijn bepaalde ontwikkelingen in je leven die je niet zomaar even overdoet.” We hebben ons veel grondwettelijke vrijheden, zoals het recht op onderwijs, zonder al teveel morren laten afpakken, vindt hij. De coronatijd heeft Remy ervaren als een strijd met de waarden waar hij voor staat in het onderwijs, legt hij in deze freedomentarie uit. Een muzikant De coronamaatregelen gezien door de ogen van een muzikant. Voor Laura van der Stoep is muziek haar levensader. Vanwege de coronamaatregelen ervaart ze dat die live dialoog met het publiek is verdwenen en hoezeer ze dit nu juist mist. De mantelzorger In deze freedomentarie vertelt Monique Steijns haar verhaal, die afscheid heeft moeten nemen van haar vader die in een verpleeghuis woonde. De coronamaatregelen brachten rondom zijn overlijden extra druk met zich mee, vertelt ze. Looptijd 01 oktober 2020 - 28 februari 2021 Aanpak In dit visueel mediaonderzoek worden mensen geïnterviewd over hoe zij emotioneel, financieel of anderzijds geraakt zijn door een COVID-19 maatregel. De getroffenen worden via de sneeuwbal methode benaderd. De interviews zijn gebaseerd op een systemisch perspectief. Hoe verhouden wij ons in tijden van crisis tot regels en het rechtssysteem? Zijn er herkenbare patronen?