Dienst van SURF
© 2025 SURF
In December of 2004 the Directorate General for Research and Technological Development (DG RTD) of the European Commission (EC) set up a High-Level Expert Group to propose a series of measures to stimulate the reporting of Intellectual Capital in research intensive Small and Medium-Sized Enterprises (SMEs). The Expert Group has focused on enterprises that either perform Research and Development (R&D), or use the results of R&D to innovate and has also considered the implications for the specialist R&D units of larger enterprises, dedicated Research & Technology Organizations and Universities. In this report the Expert Group presents its findings, leading to six recommendations to stimulate the reporting of Intellectual Capital in SMEs by raising awareness, improving reporting competencies, promoting the use of IC Reporting and facilitating standardization.
Background and purpose: Automatic approaches are widely implemented to automate dose optimization in radiotherapy treatment planning. This study systematically investigates how to configure automatic planning in order to create the best possible plans. Materials and methods: Automatic plans were generated using protocol based automatic iterative optimization. Starting from a simple automation protocol which consisted of the constraints for targets and organs at risk (OAR), the performance of the automatic approach was evaluated in terms of target coverage, OAR sparing, conformity, beam complexity, and plan quality. More complex protocols were systematically explored to improve the quality of the automatic plans. The protocols could be improved by adding a dose goal on the outer 2 mm of the PTV, by setting goals on strategically chosen subparts of OARs, by adding goals for conformity, and by limiting the leaf motion. For prostate plans, development of an automated post-optimization procedure was required to achieve precise control over the dose distribution. Automatic and manually optimized plans were compared for 20 head and neck (H&N), 20 prostate, and 20 rectum cancer patients. Results: Based on simple automation protocols, the automatic optimizer was not always able to generate adequate treatment plans. For the improved final configurations for the three sites, the dose was lower in automatic plans compared to the manual plans in 12 out of 13 considered OARs. In blind tests, the automatic plans were preferred in 80% of cases. Conclusions: With adequate, advanced, protocols the automatic planning approach is able to create high-quality treatment plans.
poster voor de EuSoMII Annual Meeting in Pisa, Italië in oktober 2023. PURPOSE & LEARNING OBJECTIVE Artificial Intelligence (AI) technologies are gaining popularity for their ability to autonomously perform tasks and mimic human reasoning [1, 2]. Especially within the medical industry, the implementation of AI solutions has seen an increasing pace [3]. However, the field of radiology is not yet transformed with the promised value of AI, as knowledge on the effective use and implementation of AI is falling behind due to a number of causes: 1) Reactive/passive modes of learning are dominant 2) Existing developments are fragmented 3) Lack of expertise and differing perspectives 4) Lack of effective learning space Learning communities can help overcome these problems and address the complexities that come with human-technology configurations [4]. As the impact of a technology is dependent on its social management and implementation processes [5], our research question then becomes: How do we design, configure, and manage a Learning Community to maximize the impact of AI solutions in medicine?
De markt vraagt om steeds meer productvariëteit. Het aanbieden van productvariëteit is echter niet eenvoudig: het zet druk op afdelingen zoals sales, engineering, productie en service. Veel bedrijven realiseren productvariëteit nu door hun producten stuk voor stuk te ontwikkelen (engineer-to-order/EtO). Binnen Industry 4.0 bestaan er methoden om met het spanningsveld tussen externe en interne eisen om te gaan. Klanten zouden bijvoorbeeld zelf online hun producten kunnen samenstellen (configureren). Hiervoor is nodig dat verschillende productonderdelen gestandaardiseerd worden, dat het product modulair wordt opgebouwd en dat dezelfde productonderdelen bij verschillende producten gebruikt kunnen worden (commonality). Zo kan, zonder extra engineeringsactiviteiten, een product eenvoudig geconfigureerd worden (configure-to-order/CtO) en de klant productvariëteit worden geboden zonder alle interne druk. Het implementeren van CtO is echter niet eenvoudig. Het vraagt om aanzienlijke capaciteit, kennis en kunde op het gebied van productontwikkeling, procesontwikkeling en het veranderproces. Betrokkenheid van medewerkers uit alle belangrijke afdelingen (verkoop, engineering, productie, service etc.) is een vereiste. Mkb-bedrijven worstelen hiermee en hebben behoefte aan goede tools en technieken, zowel inhoudelijk, over de ontwikkeling van de productarchitectuur en de impact hiervan op de bedrijfsprocessen, als veranderkundig, hoe deze transitie tot stand te brengen. In dit RAAK-mkb onderzoek willen wij samen met productie mkb-bedrijven, kennisinstellingen en brancheorganisaties een integrale aanpak ontwikkelen om CtO op een goede manier te implementeren. De deelnemende mkb-bedrijven hebben de duidelijke wens om dit de komende jaren te doen. Voor de specifieke casussen zullen middels case studies en interventieonderzoek aanpakken ontwikkeld worden. Studentprojecten zullen ondersteuning geven aan de verschillende interventies. Vervolgens zal systematisch case-vergelijkend onderzoek worden uitgevoerd om inzicht te krijgen in wat in welke situatie werkt. Op basis van het case-vergelijkend onderzoek worden tools en technieken ontwikkeld die enerzijds generiek zijn en anderzijds kunnen worden aangepast aan specifieke bedrijfssituaties.
De markt vraagt om steeds meer productvariëteit. Veel bedrijven realiseren productvariëteit nu met veel klant-specifiek engineeringswerk (Engineer-to-Order/EtO). Dit zet druk op alle afdelingen in het bedrijf zoals sales, engineering, productie en service. Een uitdagende manier voor deze bedrijven, om beter met het spanningsveld tussen externe en interne eisen om te gaan, is het ontwikkelen van meer configureerbare producten (lego principe}. Hiervoor is een modulaire opbouw van het product nodig waarin verschillende productonderdelen gestandaardiseerd zijn en gebruikt kunnen worden in verschillende eindproducten. Zo kan, met minder engineeringsactiviteiten, een product geconfigureerd worden (Configure-to-Order/CtO) en de klant productvariëteit worden geboden zonder alle interne druk. Voor diverse bedrijven vormen ook de mogelijkheden van Industry 4.0 en sustainabilty ambities belangrijke drivers in hun streven naar meer CtO. Het implementeren van CtO is echter niet eenvoudig. Het vraagt om aanzienlijke capaciteit, kennis en kunde op het gebied van productontwikkeling, procesontwikkeling en het veranderproces. Betrokkenheid van medewerkers uit alle belangrijke afdelingen (verkoop, engineering, productie, service etc.) is een vereiste. Mkb-bedrijven worstelen hiermee en hebben behoefte aan goede tools en technieken, zowel inhoudelijk, over de ontwikkeling van de productarchitectuur en de impact hiervan op de bedrijfsprocessen, als veranderkundig, hoe deze transitie tot stand te brengen. In dit Sia RAAK-mkb onderzoek willen wij samen met productie mkb-bedrijven, kennisinstellingen en brancheorganisaties een integrale aanpak ontwikkelen om CtO op een goede manier te implementeren. De deelnemende mkb-bedrijven hebben de duidelijke wens om dit de komende jaren te doen. Voor de specifieke casussen zullen met casestudies en interventieonderzoek aanpakken ontwikkeld worden. Studentprojecten zullen ondersteuning geven aan de verschillende interventies. Vervolgens zal systematisch case-vergelijkend onderzoek worden uitgevoerd om inzicht te krijgen in wat in welke situatie werkt. Op basis van het case-vergelijkend onderzoek worden tools en technieken ontwikkeld die enerzijds generiek zijn en anderzijds kunnen worden aangepast aan specifieke bedrijfssituaties.
Welke rol kunnen ‘grassroots’ initiatieven spelen bij het tot stand brengen van de grondstoffentransitie? Idealiter voelen lokale gemeenschappen zich eigenaar van hun eigen materiaalkringloop en profiteren ze ervan door minder afval, betaalbare producten en zinvol werk. Stichting Stunt (sociale ondernemer in upcycling) experimenteert al enige jaren met hergebruiken van plastic afval en omwerken naar nieuwe producten die relatief gemakkelijk te maken zijn door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Om een prominentere rol te kunnen spelen in de grondstoffentransitie, moeten leerwerkplaatsen en andere sociale ondernemingen de productie opschalen (in volume en naar meer hoogwaardige producten). Het doel van dit project is om inzicht te verkrijgen in hoe de belemmeringen die zij daarbij ervaren verminderd kunnen worden. De belemmeringen zijn o.a.: geen toegang tot goedkopere, robuuste machines voor upcycling; het productieproces is niet zomaar beheersbaar voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt; er zijn geschikte productontwerpen nodig. Hieruit volgt de vraag om een productconfigurator te maken. Dit heeft drie voordelen: -in de configurator kan een klant zelf een product configureren; -het genereren van de werkinstructies kan van daaruit worden geautomatiseerd; -de configurator kan direct feedback geven over de voetafdruk van het product en bv. de benodigde hoeveelheid afval. Stichting Stunt, The Upcycle en lectoraat Smart Sustainable Manufacturing van de Haagse Hogeschool willen samen een pilot uitvoeren om de haalbaarheid van dit principe te testen voor producten uit platen van gerecycled kunststof, omdat een robuuste platenpersmachine relatief gemakkelijk te ontwikkelen en bedienen is. Met behulp van de nieuwe tools kan het upcycle bedrijf aan de slag met: marktonderzoek, productontwerp en procesverbetering. De nieuwe tools zijn ook bruikbaar voor educatie, wat in de toekomst weer een belangrijke rol kan spelen bij het uitbouwen van een lokale upcycle community. Het project draagt hiermee bij aan optimaal hergebruik in lokale kringlopen.