Dienst van SURF
© 2025 SURF
Het associate lectoraat Christelijke Professie, ingesteld door Lelie zorggroep en de Christelijke Hogeschool Ede, heeft in de periode 2014–2018 een onderzoek uitgevoerd binnen Lelie zorggroep vanuit de vraag hoe Lelie zorggroep in de huidige maatschappelijke context en met behulp van theologie en andere wetenschappen als organisatie haar christelijke identiteit kan vormgeven. Teneinde deze vraag te beantwoorden zijn verschillende deelonderzoeken uitgevoerd. Door middel van interviews en een vragenlijst is het medewerkersperspectief in kaart gebracht, op conceptueel niveau is een visie op christelijke zorg verwoord, documenten zijn bestudeerd en er is een e-module ontwikkeld en getest. Gedurende het proces is er feedback opgehaald van de Raad van Bestuur, een klankbordgroep en overlegmomenten van regio- en teammanagers. Dit eindrapport vat onze bevindingen samen en biedt aanbevelingen ter versterking van de christelijke identiteit van Lelie zorggroep.
In opdracht van Lelie zorggroep en de Christelijke Hogeschool Ede is door het Associate Lectoraat Christelijke Professie onderzoek gedaan naar het vormgeven van de christelijke identiteit van Lelie zorggroep. Dit document bevat een verslag van het kwalitatieve deel van dit onderzoek. Middels diepte-interviews is onderzocht wat medewerkers van Lelie zorggroep zien als de huidige en gewenste christelijke identiteit van Lelie zorggroep, en hoe zij dat vormgegeven (willen) zien in de organisatie, in het zorg verlenen (de zorgpraktijk) en door henzelf als zorgprofessionals.
In opdracht van Lelie zorggroep en de Christelijke Hogeschool Ede is door het Associate Lectoraat Christelijke Professie onderzoek gedaan naar het vormgeven van de christelijke identiteit van Lelie zorggroep. Middels een online vragenlijst onder haar medewerkers is onderzocht wat de medewerkers zien als de huidige en gewenste christelijke identiteit van Lelie zorggroep, en hoe zij dat vormgegeven (willen) zien in de organisatie, in het zorg verlenen (de zorgpraktijk) en door henzelf als zorgprofessionals. Uit het onderzoek komt als overheersend beeld naar voren dat medewerkers van Lelie zorggroep duidelijk gericht zijn op het welzijn van de cliënt. De omgang met cliënten inspireert om met bevlogenheid te werken en wordt gezien als een manier om het christelijke in de zorgverlening concreet tot uiting te brengen.
In de huidige onderwijsdiscussie staat persoonsvorming prominent op de agenda. Ten aanzien van beroepsopleidingen voor het leraarschap is er een toenemende en brede erkenning voor het belang van de persoonsvorming van de leraar (in opleiding), de professionele identiteit van de leraar en de bronnen (primaire bronteksten) die bij dat vormingsproces van belang zijn. De relatie tussen de gebruikte bronnen, de persoonsvorming/professionele vorming en de professionele praktijk is complex en daarover is nog veel onduidelijk. Echter, die relatie is cruciaal vanuit het standpunt dat een beroepsopleiding een positieve en waarneembare invloed beoogt uit te oefenen op de aanstaande beroepsbeoefenaren en daarmee op de professionele praktijk in de school. Als onderdeel van het curriculum van een christelijke lerarenopleiding voor het basisonderwijs worden primaire (levensbeschouwelijke en pedagogische) bronteksten ingezet bij het proces van persoonsvorming en vorming van de professionele identiteit. Het onderzoeksproject De invloed van primaire bronteksten op de persoonsvorming en het professionele handelen van de leraar (in opleiding) beoogt aan het licht te brengen welke invloed primaire bronteksten hebben op de persoonsvorming van studenten/aankomende leraren en op beroepsuitoefening in de lespraktijk in het basisonderwijs tijdens hun LIO-stage. Hoe primaire bronteksten functioneren in de praktijk van het onderwijscurriculum op de pabo-opleiding, hoe deze teksten doorwerken bij de persoonsvorming van studenten, welke invloed deze teksten hebben op de vorming van de professionele identiteit van aankomende leraren basisonderwijs en hoe dat hun handelen als beroepsbeoefenaar beïnvloedt, is tot op heden niet onderzocht. Dit empirische onderzoek wil in deze leemte voorzien.
Het platteland is in transitie om de balans tussen economie, ecologie en de sociale omgeving opnieuw vorm te geven. Binnen de grote diversiteit aan actoren en belangen op het platteland heeft de boerderij, het boerenbedrijf dat een agrarische onderneming werd, een sleutelpositie om veranderingen concreet te maken. De boerderij heeft perspectief nodig voor een bedrijfsstrategie die economisch verantwoord en van waarde is voor de sociale en ecologische omgeving. De focus ligt sterk op de negatieve effecten van het boerenbedrijf, dit project onderzoekt de huidige en potentiële positieve effecten. We verdiepen de kennis over het boerenbedrijf vanuit beroepsidentiteit, regionale identiteit en de communicatie over het boerenbedrijf. Het instrument BoerenDonut meet objectief de effecten op de omgeving en maakt zo eenduidig communiceren over de waarde mogelijk. Dit instrument wordt doorontwikkeld en vertaald naar de hippische sector, daarbij onderzoeken we hoe de inzet van het instrument kan met behoud van onafhankelijkheid. De opgedane kennis wordt verbonden aan innovatieve initiatieven om het boerenbedrijf te verbinden met de sociale en ecologische omgeving. De ontwikkelde kennis en instrumenten dragen bij aan het handelingsperspectief van boerenbedrijven doordat het kansen vanuit sociale en ecologische omgeving voor het boerenbedrijf beter inzichtelijk maakt. Om herkende kansen economische verantwoord te kunnen realiseren is het samenspel van alle actoren op het platteland nodig. In dit project werken Aeres Hogeschool, Van Hall Larenstein, HAS Green Academy en Christelijke Hogeschool Ede samen met een aanvulling vanuit Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten voor het perspectief van cultuurhistorie en levend erfgoed. Met een dynamische groep praktijkpartners wordt kennis ontwikkeld en vertaald naar relevante doelgroepen. De Double Diamond methode vanuit Design Thinking borgt tijdens het project de concretisering van activiteiten om op basis van opgedane kennis en inzichten instrumenten te ontwerpen voor praktijk en onderwijs.
Driestar hogeschool (met opleidingen in het educatieve en pedagogische domein) maakt samen met Driestar onderwijsadvies deel uit van Driestar educatief. Het praktijkgerichte onderzoek wordt uitgevoerd door het onderzoekscentrum, dat zich ontwikkelde tot een stevige, onderscheiden organisatie-eenheid. De visitatie die in 2019 plaatsvond, resulteerde in een positieve beoordeling. In het visitatierapport (Hobéon, 2019) werden aanbevelingen gedaan voor doorontwikkeling van het onderzoekscentrum middels versterking van a) de inbedding van het onderzoekscentrum in de organisatie, b) de doorwerking van de opbrengsten in de verschillende afdelingen en c) de onderzoeksbekwaamheid van de docenten en onderzoekers. Deze aanbevelingen passen bij de ambitie van Driestar educatief om de onderzoeksfunctie niet uitsluitend bij het onderzoekscentrum te beleggen, maar deze ook stimulerend te laten zijn bij de rol van onderzoek in andere afdelingen. De visitatie heeft geleid tot een plan om onderzoek, ontwikkeling en innovatie (OO&I) meer op elkaar te betrekken en een centrale plaats in de organisatie te geven. Begin 2020 is gestart met de uitvoering van dat plan, echter door de coronacrisis is de realisatie hiervan opgeschort. Een nieuwe impuls is nodig om dit plan weer in beweging te zetten. Deze Impuls-subsidieaanvraag heeft de naam ‘Verbinden van onderzoek, ontwikkeling en innovatie’ gekregen. In dit project wordt een heuristisch denk- en handelingsmodel ontworpen, uitgeprobeerd en bijgesteld. Dit OO&I-model gaat gebruikt worden om onderzoek een vaste plek te geven in ontwikkel- en innovatieprocessen binnen Driestar educatief. Daarmee wordt een onderzoekende houding van docenten en onderwijsadviseurs bevorderd. De onderzoeksfunctie wordt op die manier uitgebreid naar andere afdelingen en draagt steviger bij aan de missie van de organisatie en de professionaliteit van de medewerkers. Dit sluit aan bij het binnen Driestar educatief door de coronacrisis op gang gebrachte WHY-project, waarin bezinning plaatsvindt op de missie van Driestar educatief en de betekenis daarvan voor het geheel van de organisatie.