Dienst van SURF
© 2025 SURF
De Preventiecoalitie Foodvalley heeft zich onder andere ten doel gesteld om te werken aan de verbetering van de samenwerking bij het integreren van de preventieve begeleiding in de ketenaanpak bij verschillende zorgsoorten, te beginnen met CVRM-zorg. De eerste stap is de verkenning van de huidige situatie om kansen voor verbetering te identificeren. Stap twee is het identificeren van gewenste verbeteringen om tot een geïntegreerde werkwijze te komen. De verkenning van de huidige situatie bestaat, naast focusgroepen, uit een documentenanalyse. U heeft van deze analyse de rapportage nu voor u liggen. De verschillende richtlijnen en afspraken over het bevorderen van een gezonde leefstijl binnen de zorg rondom cardiovasculair risicomanagement zijn in kaart gebracht. Deze rapportage en de uitkomsten van de focusgroepen zullen samen een helder beeld geven van de huidige praktijk van samenwerken tussen de Huisartsen Gelderse Vallei en het Ziekenhuis Gelderse Vallei.
In het project ‘Leefstijl in de zorg’ van de Preventiecoalitie Foodvalley brengen we ervaringen van zorgprofessionals uit de eerste lijn en de tweede lijn met het bevorderen van gezonde leefstijl binnen het cardiovasculair risicomanagement (CVRM) zorg in kaart en de factoren die dit beïnvloeden vanuit het perspectief van zorgprofessionals uit eerste en tweede lijn. Daarnaast worden mogelijke oplossingen voor de knelpunten geïnventariseerd met de praktijkprofessionals. De resultaten van dit project resulteren in een advies met concrete verbeterpunten voorn het voeren van het leefstijlgesprek en voor de samenwerking tussen professionals.
Artikel gepubliceerd in NTvG: Richtlijnen geven soms aan dat je iemands huidskleur of afkomst mee moet laten spelen bij de afwegingen over een behandeling. Een bekend voorbeeld hiervan zijn de specifieke behandeladviezen voor ‘zwarte personen’ met hypertensie. Wij gingen na hoe bruikbaar dit onderscheid is in de Nederlandse situatie. Elders in het NTvG leest u dat onderscheid maken soms nodig is om goede zorg te verlenen.1 De NHG-standaard ‘Cardiovasculair risicomanagement’ adviseert, net als belangrijke internationale richtlijnen, om ‘zwarte personen’ met hypertensie bij wie geen duidelijke voorkeur is voor een specifiek antihypertensivum op basis van bijvoorbeeld zwangerschap, hartfalen of albuminurie, anders te behandelen dan niet-zwarte personen.2,3 Wij zochten uit hoe bruikbaar dit advies is in de Nederlandse spreekkamer. De term ‘zwart’ Om deze vraag te beantwoorden is het noodzakelijk om eerst terminologie te verhelderen. In de NHG-standaard wordt de term ‘zwarte personen’ gebruikt, maar wie zijn dat eigenlijk? Zijn dat alle mensen ‘van kleur’ (met een niet-witte huidskleur of identiteit), of gaat het dan om iedereen met huidtype 5 of 6 volgens de Fitzpatrick-indeling (5: diepbruin, verbrandt bijna nooit; 6: zeer donkerbruin tot zwart, verbrandt nooit)?
LINK
De beroepsgroep van diëtisten staat voor de uitdaging om de bijdrage van diëtistische zorg in de behandeling transparanter te maken. Het aantonen van (kosten)effectiviteit van de behandeling wordt door de beroepsgroep gezien als een urgente en noodzakelijke voorwaarde voor de continuïteit van de bedrijfsvoering en als wapen tegen dreigende bezuinigingen door overheid en zorgverzekeraars. Diëtisten hebben bovendien te maken met de toegenomen marktwerking in de zorg. De afgelopen jaren hebben steeds meer organisaties voor Thuiszorg afdelingen diëtetiek afgestoten en zijn diëtisten als zelfstandig ondernemer verder gegaan. Meer dan ooit wordt de noodzaak gevoeld om de toegevoegde waarde van de diëtist inzichtelijk te kunnen maken in onderhandelingen met zorgverzekeraars en zorggroepen. Zoals een diëtist het verwoordt: ?Zorgverzekeraars zullen in toenemende mate eisen stellen aan het aantonen van meerwaarde van dieet-behandeling en willen resultaat zien.? Van daaruit ontstaat vanuit de beroepspraktijk de vraag: ?Hoe kunnen we de meerwaarde van de diëtist aantonen op het niveau van de eigen praktijk én als beroepsgroep als geheel?? Eenduidige registratie en evaluatie van doelen van dieetbehandeling is een voorwaarde om uiteindelijk de (kosten)effectiviteit van de dieetbehandeling te kunnen aantonen. Op dit moment wordt binnen diëtistenpraktijken niet eenduidig geregistreerd, gemeten en geëvalueerd. Diëtisten zijn zich hiervan bewust en hebben de wens geuit op niveau van eigen praktijk, groepspraktijk en zelfs landelijk te willen komen tot een afstemming over registratie van data (welke data, op welk meetmoment en op welke manier). In diverse kleine voortrajecten hebben diëtisten uit het werkveld, samen met het lectoraat Voeding in relatie tot Sport en Gezondheid (VSG) van de HAN, toegewerkt naar een keuze voor doelen, meetinstrumenten en meetmomenten voor dieetbegeleiding bij cardiovasculair risicomanagement (CVRM). Een belangrijke en nog te beantwoorden vraag is of de gekozen methoden werkbaar en inpasbaar zijn in de dagelijkse praktijkvoering.