Dienst van SURF
© 2025 SURF
In patients with COPD, self-management skills are important to reduce the impact of exacerbations. However, both detection and adequate response to exacerbations appear to be difficult for some patients. Little is known about the underlying process of exacerbation-related self-management. Therefore, the objective of this study was to identify and explain the underlying process of exacerbation-related self-management behavior. A qualitative study using semi-structured in-depth interviews was performed according to the grounded theory approach, following a cyclic process in which data collection and data analysis alternated. Fifteen patients (male n=8; age range 59–88 years) with mild to very severe COPD were recruited from primary and secondary care settings in the Netherlands, in 2015.
Abstract Background: Integrated disease management with self-management for Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) is effective to improve clinical outcomes. eHealth can improve patients’ involvement to be able to accept and maintain a healthier lifestyle. Eventhough there is mixed evidence of the impact of eHealth on quality of life (QoL) in different settings. Aim: The primary aim of the e-Vita-COPD-study was to investigate the effect of use of eHealth patient platforms on disease specific QoL of COPD patients. Methods: We evaluated the impact of an eHealth platform on disease specific QoL measured with the clinical COPD questionnaire (CCQ), including subscales of symptoms, functional state and mental state. Interrupted time series (ITS) design was used to collect CCQ data at multiple time points. Multilevel linear regression modelling was used to compare trends in CCQ before and after the intervention. Results: Of 742 invited COPD patients, 244 signed informed consent. For the analyses, we only included patients who actually used the eHealth platform (n = 123). The decrease of CCQ-symptoms was 0.20% before the intervention and 0.27% after the intervention; this difference in slopes was statistically significant (P = 0.027). The decrease of CCQ-mental was 0.97% before the intervention and after the intervention there was an increase of 0.017%; this difference was statistically significant (P = 0.01). No significant difference was found in the slopes of CCQ (P = 0.12) and CCQ-function (P = 0.11) before and after the intervention. Conclusion: The e-Vita eHealth platform had a potential beneficial impact on the CCQ-symptoms of COPD patients, but not on functional state. The CCQ-mental state remained stable after the intervention, but this was a deterioration compared to the improving situation before the start of the eHealth platform. Therefore, health care providers should be aware that, although symptoms improve, there might be a slight increase in anxiety and depression after introducing an eHealth intervention to support self-management. Trial registration: Our study is registered in the Dutch Trial Register (national registration of clinical trails, mandatory for publication) with number NTR4098 and can be found at http://www.trialregister.nl/trial/3936.
Little is known about which self-management behaviors have the highest potential to influence exacerbation impact in COPD patients. We aimed to reach expert consensus on the most relevant set of self-management behaviors that can be targeted and influenced to maximize reduction of exacerbation impact. A 2-round Delphi study was performed using online surveys to rate the relevance and feasibility of predetermined self-management behaviors identified by literature and expert opinion. Descriptive statistics and qualitative analyses were used.
Longaandoeningen, zoals COPD, veroorzaken problemen in het dagelijks functioneren door een afgenomen uithoudingsvermogen, benauwdheid en (bewegings-) angst. Tijdens longrevalidatie vormen inspanningstraining en het leren omgaan met dagelijkse fysieke beperkingen (zoals benauwdheid bij inspanning) de hoeksteen van de behandeling. Het is voor patiënten moeilijk om een actieve leefstijl te behouden. Na deelname aan revalidatie gaan trainingseffecten verloren door een verminderd aanbod van trainingsprikkels (reversibiliteit). Daarnaast wordt, een jaar na de revalidatie, maar liefst 20% van de patiënten opnieuw opgenomen in het ziekenhuis met een longaanval (exacerbatie). Door de verschuiving van (dure) derdelijns naar eerstelijns zorg, hebben meer patiënten toegang tot de zorg die ze nodig hebben. Hierdoor kan verergering van klachten voorkomen worden. Naast fysieke inspanning is het voor oefen- en fysiotherapeuten belangrijk om patiënten een duurzame actieve leefstijl aan te leren en het zelfmanagement van patiënten te vergroten. Een blended beweeginterventie, om het zelfmanagement (omtrent beweging, benauwdheid en beweginsgangst) van COPD patiënten te stimuleren, zowel in de praktijk als in de thuissituatie middels een eHealth toepassing, biedt mogelijk uitkomst. Echter, missen therapeuten kennis en handvatten om blended care toe te passen in de praktijk. Het doel van dit project is om samen met fysiotherapeuten en oefentherapeuten een blended care programma in te richten voor patiënten met COPD. In werkpakket 1 inventariseren we de behoeften en belemmerende factoren van een blended beweeginterventie bij therapeuten en patiënten. Op basis van deze bevindingen worden de belangrijkste elementen van de interventie geselecteerd en wordt, in co-creatie met eindgebruikers de eerste versie van de interventie ontwikkeld (WP2). Om te bepalen wat de toegevoegde waarde van de interventie is, worden de voorlopige effectiviteit en haalbaarheid onderzocht waarbij 25 eerstelijns therapeuten de blended interventie gaan gebruiken (WP3). In WP4 worden scholingsmodules ontwikkeld voor studenten en therapeuten om kennis over zelfmanagement en technologie bij COPD te vergroten.