Dienst van SURF
© 2025 SURF
Video voor het project Zichtbaar slimmer. De opname toont de resultaten van data fysicalisatie -het tastbaar maken van data- op basisschool St Jan.Bijna 100 kinderen en docenten van de St Janschool hebben gewerkt aan datafysicalisaties rondom het school projectthema 'vriendschap'. De kinderen van groep 7 en 8 maakten hun eigen verzamelde data tastbaar en fysiek om data-vraagstukken eens op een andere manier te ervaren.Meer weten? Zie de project pagina: http://www.digitallifecentre.nl/projecten/zichtbaar-slimmer-data-fysicalisatie-voor-de-21ste-eeuw en dit nieuws item: http://www.digitallifecentre.nl/nieuws/video-rapportage-data-fysicalisatie-op-basisschool-st-janVideo link: https://vimeo.com/347408138
MULTIFILE
Het boekje is een beeldende verslaglegging van het project Zichtbaar slimmer met als doel het potentieel van datafysicalisatie -het tastbaar maken van data en abstracte informatie- in het onderwijs te onderzoeken. Via een aantal workshops en lesprogramma voor uiteenlopende doelgroepen (N>130) zoals kinderen van de St Jan basisschool is met name bevestigd dat het fysiek maken van data positief kan bijdragen aan de 21st century skills kritisch denken, samenwerken/ communicatie en creativiteit. Het project, een samenwerking met basisschool St Jan en Waag, heeft veel opgeleverd, zoals een lesformat, een design-canvas voor datafysicalisatie en meer dan 50 fysieke representaties van data.
We noemen ze ‘nieuwkomerskinderen’. Maar zijn het niet gewoon kinderen? Kinderen die we net als alle andere leerlingen op onze basisscholen hoogwaardig onderwijs moeten bieden in een doorlopende lijn? Daar ligt een grote verantwoordelijkheid. Hoe ontdek je wat de nieuwkomers nodig hebben? Hoe maak je gebruik van hun onderwijservaring, hun talen, hun achtergrond? Hoe neem je hen op in een groep met leeftijdsgenoten? Deze handreiking biedt een nieuw perspectief op het onderwijs aan nieuwkomers. Inzichten in tweedetaalverwerving en taaldidactiek wijzen de weg naar een meerjarig integratiemodel dat bestaat uit eerste opvangfase, instapfase en doorgroeifase. Daarbij is van meet af aan contact met Nederlandstalige leeftijdgenoten cruciaal: voor de kinderen zelf, de klas en de school. Integratie komt van twee kanten. Zo’n nieuwe benadering reikt verder dan een jaar opvang met Nederlands als tweede taal. En vraagt veel van iedereen rondom en op de basisschool, in het bijzonder van leerkrachten. De ambitie een sociale setting te scheppen voor samen leven en samen leren, de competentie om door de jaren heen taalsteun op maat te bieden, de kunde om dagelijkse taal en schooltaal te helpen ontwikkelen. De makers van deze handreiking laten het niet bij woorden alleen, ze geven ook handige tips en praktische aanwijzingen.
Lesgeven aan klassen met veel kinderen met een meertalige of anderstalige achtergrond kan uitdagend zijn. Hoe zorg je dat iedereen mee kan komen? In dit Europese project ontwikkelen we samen met leerkrachten strategieën om het primair wetenschapsonderwijs toegankelijk voor alle kinderen te maken.Doel Met leerkrachten in Noorwegen, Zweden en Nederland ontwerpen we strategieën om meertalige leerlingen te ondersteunen op het gebied van taal en professionele ontwikkeling. Dit doen we in nauwe samenwerking met leerkrachten in die landen. We richten ons specifiek op lessen over wetenschap en technologie, om twee redenen. Deze vakken bieden leerlingen veel kansen om samen te werken en academische taalvaardigheden te leren. Tegelijk kan het juist voor leerlingen met een taalachterstand lastig zijn om het wetenschappelijk taalgebruik te begrijpen. Resultaten Dit onderzoek loopt. Na afronding komt er naast een set wetenschappelijke artikelen een pakket professionaliseringsmaterialen uit in de herfst met teksten, video's, powerpoints en voorbeeldlesmateriaal. Dit staat vrij ter beschikking voor opleiders, nascholers en begeleiders. Via deze pagina word je op de hoogte gehouden. Looptijd 01 februari 2018 - 31 juli 2021 Aanpak Het onderzoek ziet er als volgt uit: in elk van de drie landen werken we met leerkrachten van acht groepen uit ons schoolnetwerk. We delen het project op in drie fasen.Fase 1: verkennen In de eerste fase (februari-augustus 2018) beschrijven we de nationale lesprogramma's en brengen we de organisatiestructuren van het onderwijs in de drie landen in kaart. Deze inzichten gebruiken we om voorwaarden en principes uit te werken voor het ontwerp van de strategieën.Fase 2: ontwerpen In fase 2 (september 2018-december 2019) staat samenwerking met leerkrachten centraal. We ontwerpen en evalueren nieuw lesmaterialen, ondersteunende activiteiten en werkwijzen voor professionele ontwikkeling.Fase 3: vergelijken en toetsen In de laatste fase (januari 2020-januari 2021) gaan we de inzichten uit de verschillende onderwijssituaties met elkaar vergelijken. Ook toetsen we onze bevindingen door ze via een vragenlijst voor te leggen aan een grote groep leerkrachten.
Lesgeven aan klassen met veel kinderen met een meertalige of anderstalige achtergrond kan uitdagend zijn. Hoe zorg je dat iedereen mee kan komen? In dit Europese project ontwikkelen we samen met leerkrachten strategieën om het primair wetenschapsonderwijs toegankelijk voor alle kinderen te maken.Doel Met leerkrachten in Noorwegen, Zweden en Nederland ontwerpen we strategieën om meertalige leerlingen te ondersteunen op het gebied van taal en professionele ontwikkeling. Dit doen we in nauwe samenwerking met leerkrachten in die landen. We richten ons specifiek op lessen over wetenschap en technologie, om twee redenen. Deze vakken bieden leerlingen veel kansen om samen te werken en academische taalvaardigheden te leren. Tegelijk kan het juist voor leerlingen met een taalachterstand lastig zijn om het wetenschappelijk taalgebruik te begrijpen. Resultaten Dit onderzoek loopt. Na afronding komt er naast een set wetenschappelijke artikelen een pakket professionaliseringsmaterialen uit in de herfst met teksten, video's, powerpoints en voorbeeldlesmateriaal. Dit staat vrij ter beschikking voor opleiders, nascholers en begeleiders. Via deze pagina word je op de hoogte gehouden. Looptijd 01 februari 2018 - 31 juli 2021 Aanpak Het onderzoek ziet er als volgt uit: in elk van de drie landen werken we met leerkrachten van acht groepen uit ons schoolnetwerk. We delen het project op in drie fasen.Fase 1: verkennen In de eerste fase (februari-augustus 2018) beschrijven we de nationale lesprogramma's en brengen we de organisatiestructuren van het onderwijs in de drie landen in kaart. Deze inzichten gebruiken we om voorwaarden en principes uit te werken voor het ontwerp van de strategieën.Fase 2: ontwerpen In fase 2 (september 2018-december 2019) staat samenwerking met leerkrachten centraal. We ontwerpen en evalueren nieuw lesmaterialen, ondersteunende activiteiten en werkwijzen voor professionele ontwikkeling.Fase 3: vergelijken en toetsen In de laatste fase (januari 2020-januari 2021) gaan we de inzichten uit de verschillende onderwijssituaties met elkaar vergelijken. Ook toetsen we onze bevindingen door ze via een vragenlijst voor te leggen aan een grote groep leerkrachten.
Recent onderzoek van Jantje Beton toont aan dat kinderen aanzienlijk minder buitenspelen dan vorige generaties. Maar ook ten opzichte van 2013 is het aantal kinderen dat elke dag buiten speelt gedaald van 20% naar 14%. Van 1,2 miljoen basisschoolkinderen zijn er dus meer dan 1 miljoen kinderen die niet dagelijks buitenspelen. Dit heeft grote gevolgen voor de mate van fysieke activiteit en dus voor de ontwikkeling en gezondheid. Daarbij toont onderzoek aan dat kinderen met beperkingen beduidend minder fysiek actief zijn en minder participeren in buitenspelen dan leeftijdgenoten, met negatieve gevolgen op algehele ontwikkeling, gezondheid, kwaliteit van leven, maar ook op inclusie van kinderen met beperkingen binnen onze maatschappij. Voor de onderzoekslijn ‘Kind met Beperking’, dat als doel heeft het ondersteunen van kinderen met beperkingen en ouders in participatie in beweegactiviteiten, onderdeel van het onderzoeksprogramma ‘Kind’ van het Lectoraat Leefstijl en Gezondheid (LLG, Kenniscentrum Gezond en Duurzaam Leven van de Hogeschool Utrecht (HU)), werken we binnen deze SIA-postdocaanvraag aan het identificeren van barrières, facilitators en oplossingsstrategieën om kinderen met en zonder beperking in de leeftijd van 2 – 12 jaar meer actief te laten buitenspelen. Daarbij valideren we een nieuw ontwikkelde activiteitenmonitor, die makkelijk toepasbaar is binnen kinderfysiotherapiepraktijken, zodat we beweeggedrag van kinderen (en dus ook actief buitenspelen) goed in kaart kunnen brengen. Tevens wordt deze SIA-postdoc gebruikt om de onderzoekslijn ‘Kind met Beperking’ duurzaam door te ontwikkelen door Gezondheid te verbinden met Duurzaamheid (inrichten van gezonde leefomgeving). Er wordt een subsidieaanvraag geschreven gericht op het verbeteren van de fysieke activiteit door de omgeving zo vorm te geven dat kinderen (met en zonder beperkingen) in de leeftijd van 2 – 12 jaar meer fysiek actief gaan buitenspelen. Omgeving bevat hier zowel de fysieke als sociale context. Belangrijk doel is daarnaast een duurzame verwevenheid van onderwijs en onderzoek binnen de HU.