Dienst van SURF
© 2025 SURF
In general, people are poorly protected against cyberthreats, with the main reason being user behaviour. For the study described in this paper, a ques-tionnaire was developed in order to understand how people’s knowledge of and attitude towards both cyberthreats and cyber security controls affect in-tention to adopt cybersecure behaviour. The study divides attitude into a cog-nitive and an affective component. Although only the cognitive component of attitude is usually studied, the results from a questionnaire of 300 respond-ents show that both the affective and cognitive components of attitude have a clearly positive, albeit varying, influence on behavioural intention, with the affective component having an even greater effect on attitude than the cog-nitive aspect. No correlation was found between knowledge and behavioural intention. The results indicate that attitude is an important factor to include when developing behavioural interventions, but also that different kinds of attitude should be addressed differently in interventions.
‘In recent years, the practices of artists in non-artistic environments have set my mind in motion. Where before I could marvel at the visual outcomes of the artistic process and would want to understand how processes of creating meaning could be described, I am now particularly struck by the way in which artists are present, by their way of looking, how they make decisions, when and how they act, how they take responsibility. I have conversations with them and ask questions to better understand their processes, and I explore literature to find people with a similar quest. This process of moving and being moved lies at the heart of the book The Artistic Attitude.’
LINK
To find, design and create solutions to global challenges, 21st century engineering professionals work in multi-disciplinary and international teams that are expected to work effectively, efficiently and innovatively. Universities are following this trend, as they acknowledge the importance of soft skills for employability. The integration of soft skills in higher education curricula is not straightforward, especially in engineering education. At our university, soft skills courses score low in student satisfaction surveys. This is the reason why we study the motivation, attitude and anxiety of computer engineering students toward learning soft skills. To do so, we performed a quantitative study using an online survey based on the mini-AMBT. Overall, our data indicate that computer engineering students have a positive motivation and attitude toward learning soft skills from both an integrative and an instrumental perspective. The obtained results do not give clear insights as to what causes the low satisfaction scores for soft skill courses. All of the above calls for further, qualitative research. We studied the motivation and attitude of computer engineering students in a Dutch university of applied sciences; the motivation and attitude of students in other disciplines and countries may differ and should be studied separately. Full text for members of IEEE : https://ieeexplore.ieee.org/abstract/document/8363231/
Leerkrachten in Friese basisscholen zoeken naar goede strategieën om meertaligheid te erkennen en effectief in te zetten. Waar het onderwijs tot nu toe twee- en drietalig was (Fries, Nederlands en Engels), hebben leerkrachten nu in toenemende mate te maken met anderstalige migrantenleerlingen. Leerkrachten willen met deze strategieën antwoorden vinden op twee problemen. Ten eerste ervaren ze problemen in de omgang met migrantentalen: ze geven aan dat ze migrantentalen niet willen negeren, maar waarderen en gebruiken vinden ze moeilijk. Ten tweede willen leerkrachten de kwaliteit van het twee- of drietalige basisonderwijs waarin sprake is van taalscheiding, verbeteren. Er wordt per dag of in het Fries, of in het Nederlands of in het Engels onderwezen en geleerd. Men verwacht dat het verbinden van talen hogere resultaten opbrengt. Dit wordt ondersteund door wetenschappelijk onderzoek. Vierentwintig leerkrachten op twaalf basisscholen willen een innovatieve aanpak voor meertalig onderwijs ontwikkelen, die zowel een kader biedt voor de waardering en het gebruik van migrantentalen, als voor een samenhangend gebruik van het Nederlands, het Fries en het Engels in de scholen. Dat geheel vormt de basis van het project Meer kansen Met Meertaligheid (3M). Wetenschappelijk onderzoek levert gevalideerde benaderingen op die moeten worden uitgebreid, gecombineerd en toegesneden op de eigen schoolsituatie om voor de leerkrachten van nut te kunnen zijn. Het 3M-project richt zich op het samen ontwikkelen (d.m.v. ontwikkelingsonderzoek), uitproberen en evalueren van een nieuwe aanpak en nieuwe didactische tools voor meertalig onderwijs (d.m.v. interventieonderzoek). Alle ontwikkelde tools worden in een digitale 3M-Toolbox ondergebracht, die beschikbaar gesteld zal worden aan alle scholen. In de derde plaats vindt een flankerend effect-onderzoek naar (taal)attitudes plaats. In dit project beoogt het consortium een innovatieve kwaliteitsimpuls aan het meertalig basisonderwijs te geven, niet alleen in Fryslân, maar in heel Nederland.
Het Nederlands Openluchtmuseum (NOM) wil actief bijdragen aan een duurzame samenleving met zijn kennis van materialen, producten, diensten en culturele tradities die eeuwenlang functioneerden binnen circulaire gemeenschappen. Ondanks technologische vernieuwing en globalisering heeft het NOM de overtuiging dat deze historische kennis kan bijdragen aan duurzame producten voor de toekomst. Het NOM wil een structurele samenwerking met de creatieve sector om meetbare impact te realiseren binnen en buiten het museum voor de transitie naar een circulaire samenleving. Daarvoor wil het graag zijn collectie en kennis toegankelijk maken voor ontwerpers. Belangrijke praktijkvragen daarbij zijn: Welke rol kan het museum spelen i.s.m. ontwerpers? Hoe kan relevante kennis van het NOM toegankelijk en toepasbaar worden gemaakt voor ontwerpers? Hoe creëer je samen met ontwerpers de gewenste impact in de samenleving? Op basis hiervan is de onderzoeksvraag geformuleerd: Hoe kunnen maatschappelijke organisaties zoals het NOM relevante kennis en artefacten toegankelijk en toepasbaar maken voor ontwerpers t.b.v. meetbare impact voor een circulaire samenleving? Deze onderzoeksvraag is vertaald naar enkele sub-vragen over definities van duurzaamheid en circulariteit, de verwachte rollen van museum en ontwerpers, de gewenste structuur van samenwerking en over de rol van prototypen om de gewenste impact te realiseren. Naast het NOM als MKB, participeren in dit project twee creatieve ondernemers (1 MKB, 1 ZZP-er) die zijn geselecteerd op basis van hun specifieke ontwerpkwaliteiten, hun ervaringen in samenwerken met partners en hun kennis van circulair ontwerp. Samen met docent-onderzoekers en ontwerpstudenten van ArtEZ onderzoeken zij deze vragen. De belangrijkste projectresultaten zijn: prototypen, getest op gewenste maatschappelijke impact; een rapport dat beschrijft hoe het NOM kan samenwerken met de creatieve sector om bij te dragen aan ‘Nederland circulair’; en presentatie- en netwerkbijeenkomsten om kennis te delen en te bouwen aan het netwerk van stakeholders om beoogde impact te realiseren.
The objective of the SIA KIEM proposal Capturing Value is to understand financial decision making and capturing value as a logical step in the conceptual and realization phase of creative products. We will explore the narrative of reasoning and making choices in the use of different financial instruments by creative professionals. These narratives are telling about the values creative professionals attach to financial decision making and how these influence the choice of financial instruments. Most research focusses either on the (non)availability of financial instruments or on the use of these instruments. This research proposal focusses on the missing link: how do creative professionals reason when confronted with making financial decisions? Which options do they consider and how are these influenced by their attitude towards and knowledge of various formal and informal financial instruments? The project is a first step to develop a bigger and international research proposal on the way artists and creatives capture the financial value of their creations.