Dienst van SURF
© 2025 SURF
Binnen het onderwijs van Nederlandse Gebarentaal wordt in Nederland vrijwel uitsluitend gebruik gemaakt van de doeltaal, en niet van het Nederlands. In dit artikel wordt gezocht naar argumentatie voor deze praktijk, op basis van literatuur met betrekking tot gebarentalen en gesproken talen. Argumenten voor en tegen het toepassen van de moedertaal (i.c. het Nederlands) zijn in te delen in taalkundige argumenten, organisatorische argumenten en socio-culturele argumenten. Hoewel taalkundige argumenten pleiten voor het toestaan van de moedertaal in het gebarentaalonderwijs, wegen de socio-culturele argumenten zwaar. In de conclusie wordt daarom gepleit voor een tussenweg: het gesproken Nederlands weglaten en het geschreven Nederlands gedoseerd toepassen als hulpmiddel
Politici moeten zich bewust zijn van de context waarin ze bepaalde uitlatingen doen. Door verruwde taal te gebruiken, wijk je af van de context. Door af te wijken van de context, wijk je af van de inhoud en ben je minder informatief.
Evidence-based education (EBE) riep de afgelopen twintig jaar flinke weerstand op vanuit onderwijsonderzoekers en de praktijk. Sommigen gebruiken liever de term evidence-informed. Anderen keren zich compleet tegen de onderneming. Waarom eigenlijk? Hoe goed zijn hun redenen? Martijn Meeter en ik gingen na of de argumenten tegen EBE knock-out punches zijn. Bekijk via de link het artike
Met het onderzoek Co-creatie, kunst & media en kwetsbare ouderen wil Saskia van de Ree de voorwaarden van het co-creatieve proces van participatieve kunst & mediaprojecten duiden. Als casus is gekozen voor het project Domweg gelukkig in Groningen van Samen in Beeld-TV. Dit Groningse mediaproject maakt televisie met, voor en door ouderen om eenzaamheid aan te pakken. Door de benadering van het werkproces vanuit het meervoudige perspectief van onderliggende ethische, economische, artistieke en sociale aspecten, toetst onderzoeker Saskia van de Ree een door haar ontworpen hybride theoretisch kader op deze concrete participatieve kunst & media- praktijk. Het onderzoek belicht de meervoudigheid van waardecreatie in de sociaal artistieke praktijk en duidt de werkwijze in termen van : 1) de empowerment van kwetsbare groepen 2) waardering van het project in termen van draagvlak en borging 3) kunst en media als ontmoeting/katalysator en 4) co-creatie als een vorm van samen werken en leren. Het onderzoek valt onder de onderzoekslijn Art & Dementia van het lectoraat Image in Context (Academie Minerva, Hanzehogeschool Groningen) en wordt begeleid door dr Anke Coumans.
Klimaatverandering en veranderend landgebruik zetten het leefklimaat en het watersysteem in de stad steeds meer onder druk (VNG, 2016). Als gevolg van het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie, moeten alle gemeenten vanaf 2020 bij herinrichting rekening houden met de klimaatveranderingen en de stad klimaatbestendig inrichten. Eén van de manieren om klimaatbestendiger te worden is er voor te zorgen dat meer regenwater in de bodem infiltreert en daarmee minder snel of niet wordt afgevoerd via het rioolstelsel. Dit beperkt problemen met wateroverlast, hitte en verdroging en zorgt tegelijkertijd voor aanvulling van grondwater. Door de opkomst van doorlatende verharding heeft de afgelopen tien jaar een groot aantal MKB ondernemingen zich toegelegd op het aanbieden van infiltrerende verhardingen. Vanwege problemen met de afname van infiltratiecapaciteit en onduidelijkheid over het beheer en onderhoud zakt de markt momenteel in. MKBs zijn bezig met innovaties van hun infiltrerende verhardingen en het beheer en onderhoud ervan. Voor deze innovaties is inzicht nodig in het huidige functioneren en in het benodigd beheer van infiltrerende verharding op lange en korte termijn om de effectiviteit van hun op lange termijn te waarborgen. Het project biedt een praktijkgerichte leeromgeving voor meerdere opleidingen van drie betrokken Hogescholen. Daardoor wordt de samenwerking tussen verschillende lectoraten geïntensiveerd door complementair kennisvragen aan elkaar te koppelen en cross-overs te creëren tussen de verschillende curricula van relevante opleidingen binnen de hogescholen. Het project heeft een onderzoeksaanpak waarbij het functioneren van infiltrerende verhardingen onder ideale omstandigheden (gebaseerd op lab data, literatuur en leveranciersdata) en praktijksituaties (full scale testen) met elkaar worden vergeleken. Dit levert inzicht op voor innovaties aan de producten en beheer en onderhoud. De nieuwe en ook recente innovaties worden onder semi ideale omstandigheden (in Proeftuin Waterstraat, Green Village van TU Delft) onderzocht.
Aanleiding Klimaatverandering betekent meer extremen: meer en heftigere neerslag, meer droogte en meer hitte. Hevige regenval leidt in de stad tot wateroverlast met schade. De droogte leidt tot dalende grondwaterstanden, problemen met funderingen en schade aan stedelijk groen. Hitte geeft gezondheidsproblemen. Er wordt daarom veel onderzoek verricht naar de gevolgen van de klimaatveranderingen. Lokale professionals geven echter aan dat de resultaten te abstract en te weinig algemeen toepasbaar zijn. Ze hebben behoefte aan uitwerkingen waarmee ze kunnen laten zien wat werkt, en aan argumenten om de juiste beslissingen te nemen. Doelstelling Het doel van dit project is om publieke professionals in staat te stellen verantwoorde keuzes te maken en deze te realiseren, om bij toekomstige inrichtingen van de openbare ruimte rekening te houden met de klimaatveranderingen. Hiertoe wordt in het onderzoek gebruik gemaakt van literatuuronderzoek, casestudieonderzoek, ontwerpend en vergelijkend onderzoek, veldonderzoek met behulp van (temperatuur-) sensoren en computersimulaties. Er worden maatschappelijke kosten- batenanalyse gemaakt Beoogde resultaten Het project leidt tot een concrete aanpak, ontwerpprincipes, instrumenten en informatie die de lokale professionals nodig hebben om de stad klimaatbestendig in te kunnen richten. Bovendien kunnen ze met deze middelen hun medeprofessionals in andere vakgebieden overtuigen van de urgentie van de te nemen inrichtingsmaatregelen. De deelnemers aan het project vormen een nieuw netwerk. Zowel de kennisinstellingen als de publieke organisaties hebben er belang bij om de samenwerking na afloop duurzaam voort te zetten. De kennisinstellingen hebben een "field lab" nodig waarin zij onderzoek kunnen uitvoeren. De publieke organisaties hebben kennis nodig om een klimaatbestendige stad te kunnen inrichten. De professionals hebben dagelijks profijt van het leerproces. Binnen dit RAAK-project wordt ook gebruik gemaakt van bestaande kennisnetwerken om de opgedane kennis te verspreiden.