Dienst van SURF
© 2025 SURF
© 2025 SURF
Binnen Fontys Hogeschool HRM en Psychologie wordt veel onderzoek uitgevoerd, onder andere door onderzoekers van de lectoraten Dynamische Talentinterventies en Mens en Technologie, studenten, docent-onderzoekers en medewerkers. In deze onderzoeken worden vaak persoonsgegevens verwerkt. Met deze handreiking hopen we jou als onderzoeker voldoende informatie, kennis en praktische tips te geven, zodat je helemaal AVG-proof aan je onderzoek kunt werken. Heb je vragen of opmerkingen over iets uit deze uitgave? Neem dan contact op met hrmenpAVG@fontys.nl.
Verzoek nietigverklaring besluit Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS). In deze casus is de Verordening (EU) nr. 2018/1725 van toepassing en niet de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Toch is deze zaak op een groot aantal punten interessant voor de AVG, aangezien de beginselen en rechten uit de Verordening die ter discussie staan in deze zaak grotendeels vergelijkbaar zijn met de beginselen en rechten uit de AVG. Daarnaast is het belang van het duidelijk formuleren van een klacht bij de Europese Toezichthouder Gegevensbescherming, de European Data Protection Supervisor (EDPS), voor iedereen die dit overweegt relevant.
BackgroundTo improve transmural palliative care for older adults acutely admitted to hospital, the PalliSupport intervention, comprising an educational programme and transmural palliative care pathway, was developed. This care pathway involves timely identification of palliative care needs, advance care planning, multidisciplinary team meetings, warm handover, and follow-up home visits. With this study, we evaluate changes in patient-related outcomes and transmural collaboration after implementation of the care pathway.MethodsWe conducted a before-after study, in which we compared 1) unplanned hospital admission and death at place of preference and 2) transmural collaboration before implementation, up to six months, and six to 18 months after implementation. Data from palliative care team consultations were collected between February 2017 and February 2020 in a teaching hospital in the Netherlands.ResultsThe palliative care team held 711 first-time consultations. The number of consultation, as well as the number of consultations for patients with non-malignant diseases, and consultations for advance care planning increased after implementation. The implementation of the pathway had no statistically significant effect on unplanned hospitalization but associated positively with death at place of preference more than six months after implementation (during/shortly after adjusted OR: 2.12; 95% CI: 0.84–5.35; p-value: 0.11, long term after adjusted OR: 3.14; 95% CI: 1.49–6.62; p-value: 0.003). Effects on transmural collaboration showed that there were more warm handovers during/shortly after implementation, but not on long term. Primary care professionals attended multidisciplinary team meetings more often during and shortly after implementation, but did not more than six months after implementation.ConclusionsThe pathway did not affect unplanned hospital admissions, but more patients died at their place of preference after implementation. Implementation of the pathway increased attention to- and awareness for in-hospital palliative care, but did not improve transmural collaboration on long-term. For some patients, the hospital admissions might helped in facilitating death at place of preference.
MULTIFILE
Deze rapportage omvat de evaluatie van de pilot Open Science Support Desk (OSSD). Het bemensen van de OSSD is een van de activiteiten die erop gericht zijn om de kwaliteit van het onderzoek dat uitgevoerd wordt in de faculteiten Gezondheid (FG), Bewegen, Sport en Voeding (FBSV) en Digitale Media en Creatieve Industrie (FDMCI) te ondersteunen in het kader van de SIA SPRONG subsidie Mensen in Beweging die in 2018 werd toegekend. Bij de OSSD kunnen Urban Vitality onderzoekers terecht voor individueel advies over kwantitatief en kwalitatief onderzoek, open science en over datamanagement. Deze evaluatie bestrijkt de pilotperiode tussen september 2019 en juni 2020. De evaluatie richt zich op:1. De mening van de gebruikers over de dienstverlening van OSSD;2. De motivatie van niet-gebruikers om geen gebruik te maken van OSSD;3. Het inventariseren van wensen van (potentiële) gebruikers voor OSSD diensten;4. Het geven van aanbevelingen voor de organisatie en toekomst van de OSSD diensten. GegevensverzamelingGegevens zijn verzameld m.b.v. twee verschillende vragenlijsten: Eén vragenlijst voor gebruikers van OSSD en één vragenlijst voor niet-gebruikers die wel tot de doelgroep horen.Daarnaast zijn gegevens gebruikt die in een excel databestand zijn bijgehouden over de dienstverlening, zoals aan wie waarover advies is gegeven en hoeveel tijd daaraan is besteed.ResultatenOSSD-gebruikers waren zeer tevreden over onze diensten en hoe deze werden geleverd. Iets minder hoog scoort de duidelijkheid van waarmee men bij de OSSD kan aankloppen. De onderzoekers die geen gebruik hadden gemaakt van de diensten van de OSSD wisten niet dat hij bestond, waarvoor ze bij de desk terecht kunnen, of hadden geen vragen. Een kanttekening is hierbij dat slechts een kwart van de niet-gebruikers de vragenlijst hebben ingevuld.Een meerderheid van de gebruikers en niet-gebruikers lijkt geïnteresseerd in deelname aan journal clubs, hulp bij literatuur zoeken en inloopspreekuren. Verder zijn onder OSSD-gebruikers de belangrijkste onderwerpen voor nieuwe dienstverlening journal clubs over statistiek, datavisualisatie, kwalitatieve analyse, kwalitatieve onderzoeksmethoden, kwantitatieve methoden en open science-tools. De belangrijkste taken voor de OSSD zijn volgens zowel gebruikers als niet-gebruikers advies, co-auteurschap en (data-) analytische ondersteuning. Conclusie De OSSD is geraadpleegd door ongeveer de helft van de potentiële gebruikers. De onderzoekers die advies hebben gekregen zijn (zeer) tevreden over de inhoud van de adviezen en over andere aspecten van de dienstverlening, zoals snelheid van reageren op vragen en de sfeer waarin de consultaties werden uitgevoerd. Daarnaast bestaat er een relatief grote groep die geen gebruik heeft gemaakt van de OSSD. De belangrijkste reden voor het niet gebruiken van de desk lijkt onbekendheid. Dit heeft mogelijk te maken met de huidige onduidelijke positie en inbedding van de OSSD. Aanbevelingen1. Formaliseer de OSSD binnen het Urban Vitality Center of Expertise (UV) of op faculteitsniveau2. Stroomlijn de rol van de OSSD in de procedures voorafgaand aan en na toekenning van subsidie en stem deze af met IXA3. Neem de 14 Open Science principes op in het UV-beleid4. Zorg er (middels beleid) voor dat de OSSD in een vroeg stadium bij nieuwe onderzoeksvoorstellen betrokken wordt5. Vervul tijdig de vacature die ontstaat voor een kwalitatief methodoloog6. Formaliseer de posities van privacy officer en informatiespecialist binnen OSSD7. Maak glashelder welke lectoraten de OSSD bedient8. Maak bij een promotieproject duidelijk welke verantwoordelijkheden liggen bij de verschillende instellingen die bij de promotie betrokken zijn9. Maak een toegankelijk content management systeem om inzicht te hebben in en te kunnen leren van lopend onderzoek10. Bespreek dit rapport en de aanbevelingen in de stuurgroepen van MiB en van UV en in het management van FG, FBSV en FDMCI.
This ‘cohort profile’ aims to provide a description of the study design, methodology, and baseline characteristics of the participants in the Corona Behavioral Unit cohort. This cohort was established in response to the COVID-19 pandemic by the Dutch National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) and the regional public health services. The aim was to investigate adherence of and support for COVID-19 prevention measures, psychosocial determinants of COVID-19 behaviors, well-being, COVID-19 vaccination, and media use. The cohort also examined specific motivations and beliefs, such as for vaccination, which were collected through either closed-ended items or open text responses. In April 2020, 89,943 participants aged 16 years and older were recruited from existing nation-wide panels. Between May 2020 and September 2022, 99,676 additional participants were recruited through online social media platforms and mailing lists of higher education organizations. Participants who consented were initially invited every three weeks (5 rounds), then every six weeks (13 rounds), and since the summer of 2022 every 12 weeks (3 rounds). To date, 66% of participants were female, 30% were 39 years and younger, and 54% completed two or more questionnaires, with an average of 9.2 (SD = 5.7) questionnaires. The Corona Behavioral Unit COVID-19 cohort has published detailed insights into longitudinal patterns of COVID-19 related behaviors, support of COVID-19 preventive measures, as well as peoples’ mental wellbeing in relation to the stringency of these measures. The results have informed COVID-19 policy making and pandemic communication in the Netherlands throughout the COVID-19 pandemic. The cohort data will continuously be used to examine COVID-19 related outcomes for scientific analyses, as well as to inform future pandemic preparedness plans.
MULTIFILE
OBJECTIVES: Knee osteoarthritis (OA) is characterized by its heterogeneity, with large differences in clinical characteristics between patients. Therefore, a stratified approach to exercise therapy, whereby patients are allocated to homogeneous subgroups and receive a stratified, subgroup-specific intervention, can be expected to optimize current clinical effects. Recently, we developed and pilot tested a model of stratified exercise therapy based on clinically relevant subgroups of knee OA patients that we previously identified. Based on the promising results, it is timely to evaluate the (cost-)effectiveness of stratified exercise therapy compared with usual, "nonstratified" exercise therapy.METHODS: A pragmatic cluster randomized controlled trial including economic and process evaluation, comparing stratified exercise therapy with usual care by physical therapists (PTs) in primary care, in a total of 408 patients with clinically diagnosed knee OA. Eligible physical therapy practices are randomized in a 1:2 ratio to provide the experimental (in 204 patients) or control intervention (in 204 patients), respectively. The experimental intervention is a model of stratified exercise therapy consisting of (a) a stratification algorithm that allocates patients to a "high muscle strength subgroup," "low muscle strength subgroup," or "obesity subgroup" and (b) subgroup-specific, protocolized exercise therapy (with an additional dietary intervention from a dietician for the obesity subgroup only). The control intervention will be usual best practice by PTs (i.e., nonstratified exercise therapy). Our primary outcome measures are knee pain severity (Numeric Rating Scale) and physical functioning (Knee Injury and Osteoarthritis Outcome Score subscale daily living). Measurements will be performed at baseline, 3-month (primary endpoint), 6-month (questionnaires only), and 12-month follow-up, with an additional cost questionnaire at 9 months. Intention-to-treat, multilevel, regression analysis comparing stratified versus usual care will be performed.CONCLUSION: This study will demonstrate whether stratified care provided by primary care PTs is effective and cost-effective compared with usual best practice from PTs.
Dit stagenotitieblok is ontwikkeld door Kenniswerkplaats Zorgvuldig Data Delen, en is afkomstig van Hogeschool Utrecht - Juridische Zaken en Privacy Officers. Neem dit stagenotitieblok mee naar je sollicitatiegesprek of eerste stagedag. Je vindt er toelichting op: 1 Welk stagecontract? 2 Welke apps en devices mag je gebruiken? 3 Hoe ga je om met vertrouwelijke data? 4 Privacybeleid, hoe zit dat?
De zorgsector verwerkt zeer gevoelige persoonsgegevens, waaronder gezondheidsgegevens. Bij onvoorzichtige omgang, kan dit een grote impact hebben op de rechten en vrijheden van natuurlijke personen. eHealth moet daarom voldoen aan het vereiste van data protection by design. Wanneer hieraan niet is voldaan, is het zaak om handhavend op te treden ter voorkoming van datalekken. Sinds de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van toepassing is, bereikten meerdere datalekken het voorpaginanieuws waarbij eHealth niet voldeed aan voornoemde verplichting. In dit artikel onderzoeken de auteurs in hoeverre de in de AVG opgenomen handhavingsmogelijkheden met bijbehorende rechtsmiddelen de bescherming van persoonsgegevens waarborgen bij de inzet van eHealth.