Dienst van SURF
© 2025 SURF
In this paper we discuss the general approach and choices we made in developing a prototype of a social media monitor. The main goal of the museum monitor is to offer museum professionals and researchers better insight in the effects of their own social media usage and compare this with other actors in the cultural heritage sector. It gives researchers the opportunity to consider communication within the sector as whole. In the research project “Museum Compass” we have developed a prototype of a social media monitor, which contains data of current and historic online activities on Facebook, Twitter, YouTube, Foursquare and Flickr of all registered Dutch museums. We discuss – mostly in a practical sense – our approach for developing the monitor and give a few examples as a result of its usage.
Wereldwijd onderzoek: Hoe gebruiken nieuwsmedia social media? Jongeren lezen geen krant meer, ze kijken op hun smartphone die ze altijd bij de hand hebben. Binnen het lectoraat social media en reputatiemanagement van NHL hogeschool te Leeuwarden heeft een groep internationale studenten in 12 landen onderzoek gedaan. Hierbij hebben ze meer dan 150 social media sites bestudeerd van nieuws media. De resultaten maken deel uit van een internationaal onderzoek van NHL Hogeschool en Haaga Helia University. De onderzoeksvraag was: Wat speelt zich af in de nieuwsmedia? Persbureaus kunnen het overzicht gebruiken om hun social media te optimaliseren. En voor ieder die journalistiek een warm hart toedraagt is het interessante informatie over de nieuwsmedia in een overgangssituatie (2nd edition)
This PhD research project is about how Dutch development NGOs use social media for their development projects. For this, the following research question has been investigated: how do Dutch development NGOs use social media to further the development activities of their organisations? The purpose of this study is to understand how development NGOs are trying to get to grips with social media. Given the exploratory nature of this research, a qualitative research approach was adopted. Both case studies and the grounded theory method were used for this study. This combination is ideal because with a case study one tries to understand, or explore a phenomenon, whereas, in grounded theory studies, one tries to build theory. Given that this study is concerned with how Dutch development NGOs perceive social media for their development projects, an interpretive paradigm seems appropriate. The grounded theory methodology for this research is consistent with the epistemology of interpretivism. The combination of case study research and grounded theory works well for theory building and has been applied in Information Systems and ICT for Development studies before. As the use of theory before data collection is in opposition to the principle idea of the grounded theory methodology, in which theory emerges from the data, this needs to be addressed when combining case studies and grounded theory. This issue was resolved by using an initial highlevel conceptual framework as a guiding instrument for both the noncommittal literature research and for the conceptualisation of the research problem, whilst not distorting the emergence of theory from the data. This study focuses on formally organised development NGOs who receive funding from the Dutch Ministry of Foreign Affairs for their development projects. From the approximately 100 organisations, fourteen NGOs were selected for this study. The choice of fourteen NGOs was driven by a theoretical sampling strategy. Data was collected via semi-structured interviews with 18 respondents and field-notes of meetings or events of 14 development NGOs. The data was analysed using the Glaserian coding procedure of grounded theory, starting with open coding, followed by selective coding, and ending with theoretical coding. Three major themes (or core categories as they are called in the grounded theory method), were identified. This study's first contribution is captured in the theme ‘NGO Enacting Values in Development’. This is about how an organisation’s values are enacted in the context of international development. The organisational mixture of development mind-sets influences organisational activities in development. The ideological trends that are stimulated by societal and technological changes have an impact on the organisation’s development strategy and the strategic collaboration network of development NGOs. The second contribution of this study is captured in the theme ‘NGO’s Views on Social Media Use’. This core category discusses the organisation’s view on the meaning of social media and includes the four following categories: technological, individual, collective and contextual views attributed to organisational social media. The four categories empirically demonstrate the concept of affordance clusters and the connections between them. The study’s third contribution is captured in the theme ‘NGO’s Use of Social Media in Development’, encompassing the social media activities of the studied development NGOs in their development projects. This has led to an assessment framework of organisational social media use by development NGOs, constructed by cross-referencing the organisational goals of development NGOs to the social media activity areas in the context of development. These themes represented by three core categories are inter-related. Feedback loops between NGO’s values in development, views on social media, and the actual uses of social media for development purposes have been discerned. This grounded theory study aims to build an initial theory of how NGOs might approach the use of social media in a development context. This qualitative study has produced some new concepts. This study has led to a substantive theory in the context of international development. Furthermore, this substantive theory is compared with three theory lenses, when applied on the data collected for this PhD research, in their ability to identify similar concepts as reached with the substantive theory following the grounded theory method. Finally, the thesis presents some avenues for future research that may help expand the substantive theory that has been developed under this research to formal theory
LINK
In tijden van toenemende culturele diversiteit en arbeidsonzekerheid hebben jongeren in Nederlandse en Duitse stadswijken grote behoefte aan richting met betrekking tot hun toekomstige leven. Ouders en leraren lijken zelf vaak te worden overweldigd door de snel veranderende wereld waarin ze leven. Naast deze veranderingen neemt het gebruik van sociale media sterk toe, waardoor de al bestaande generatiekloof nog groter wordt. Deze ontwikkelingen hebben grote gevolgen voor de levensloopperspectieven van jongeren en leiden er vaak toe dat ze meer dan ooit richting zoeken bij hun leeftijdgenoten. In plaats van dit te zien als een problematische situatie, is dit project erop gericht de netwerken van jongeren te gebruiken als bron voor verbetering van de stadswijken. Het basisidee is jonge adolescenten (in de leeftijd van 12-14 jaar) te empoweren via bepaalde leeftijdgenoten die al gerespecteerd, verantwoordelijk en stabiel in het leven staan. Deze ‘homies’ (vier Nederlandse en vier Duitse jongeren) worden getraind en begeleid door experts op het gebied van oplossingsgericht denken en inspirerende communicatie. Daarna gaan de homies aan de slag in hun eigen wijk, waar ze drie maanden actief zullen zijn. De meeste communicatie met hun leeftijdgenoten zal verlopen via mobiele communicatie en sociale medianetwerken. In het begeleidende onderzoek wordt een analyse gemaakt van de leefsituatie van jongeren in de geselecteerde wijken voor en na de tussenkomst van de homies. De homies houden zelf een (mobiel) dagboek bij dat inzicht zal bieden in hoe zij zelf de veranderingen bij de jongeren in hun wijk zien.
Wijk- en buurtgericht werken vanuit het perspectief van de burger is een belangrijk uitgangspunt in het sociaal en ruimtelijk domein. Echter, burgerparticipatie is vaak veeleisend en weinig inclusief en eindigen regelmatig in een teleurstelling (Verloo, 2023). Professionals hebben behoefte aan alternatieven om samen te werken met inwoners als gelijkwaardige bron van kennis. Bindkracht10 en het Lectoraat Versterken van Sociale Kwaliteit van de HAN hebben samen hiervoor de ‘Wijkwaardenkaart’ ontwikkeld. Dit is een narratieve gesprekstool voor professionals en wijkbewoners die buurt- of wijkgericht werken. De tool heeft twee onderdelen: de gesprekskaart en de praatplaat. Professionals ervaren dat de praatplaat relatief duur en arbeidsintensief is waardoor de dialoog over de wijkwaarden nauwelijks opgang komt. Deze dialoog is nodig om daadwerkelijk het eigenaarschap van inwoners over hun eigen leefomgeving te vergroten. Daarom willen professionals een digitale tool ontwikkelen die hier meer mogelijkheden toe biedt. Dit doen we samen met sociale professionals van Bindkracht10, woningcorporatie Talis, Frank Los Weer een Los, de wijkraad Venlo-Oost en het Lectoraat Media Design. De centrale vraagstelling is: Hoe kunnen we een digitale tool ontwikkelen voor sociale professionals om inwoners eigenaarschap te laten ervaren over hun eigen leefomgeving? We volgen het ‘design thinking proces’. In het eerste werkpakket verkennen we in een focusgroep de wensen en behoeften voor de digitale tool. We kijken hierbij ook naar toegankelijkheid en inclusie. In het tweede werkpakket werken we in een focusgroep de ontwerpprincipes uit en kiezen we concrete ideeën uit voor het ontwerp. Op basis hiervan wordt een prototype ontwikkeld. In het derde werkpakket testen we dit prototype uit in de Nijmeegse wijk Lindenholt en in Venlo-Oost en evalueren we. Op basis van de evaluatie wordt het prototype aangescherpt. In de laatste fase schrijven we een handreiking en delen we onze kennis en de tool in het netwerk en het onderwijs.
In het project werken onderzoekers van het Lectoraat samen met publieke organisaties toe naar een tool waarmee onderstromen in het publieke debat rondom issues eerder kunnen worden opgemerkt. We exploreren met welk algoritme we patronen in geruchtvorming en mobilisatie kunnen opsporen, en tevens hoe we de interactie tussen newsroom-analisten en de output van een monitoring tool het beste kunnen vormgeven.Doel Het doel van dit project is een brede en structureel toepasbare aanpak van het issuemanagement: Hoe kunnen de communicatieprofessionals van publieke organisaties potentiële issues op sociale media vroegtijdig opmerken? Resultaten We willen dit bereiken door enerzijds kennis en inzicht te vergaren en anderzijds de uitkomsten daarvan voor publieke organisaties te vertalen in praktische handgrepen: tools, handleiding, training. Looptijd 01 oktober 2022 - 30 september 2024 Aanpak Via cases ingebracht door de praktijkpartners en focusgroepen staan we in nauw contact met het consortium. In de eerste werkpakketten onderzoeken we de verschillende cases aan de hand van discoursanalyse. De inzichten die we hierbij opdoen, gebruiken we vervolgens om te bekijken hoe we de interactie tussen mens en machine het beste kunnen vormgeven en wel zo dat er ten behoeve van de communicatie en het management van issues via interactieve visualisaties steeds weer triggers afgegeven worden. Op basis van de opgedane inzichten richten we een interface in. Deze maakt het analisten en communicatieprofessionals mogelijk om vroegtijdig issues te signaleren.