Dienst van SURF
© 2025 SURF
Purpose: The purposes of this study were, first, to (re)design the user-interface of the activity tracker known as the MOX with the help of input from elderly individuals living independently and, second, to assess the use of and experiences with the adapted Measure It Super Simple (MISS) activity tracker in daily life. Methods: The double diamond method, which was used to (re)design the user-interface, consists of four phases: discover, define, develop, and deliver. As a departure point, this study used a list of general design requirements that facilitate the development of technology for the elderly. Usage and experiences were assessed through interviews after elderly individuals had used the activity tracker for 2 weeks. Results: In co-creation with thirty-five elderly individuals (65 to 89-years-old) the design, feedback system, and application were further developed into a user-friendly interface: the Measure It Super Simple (MISS) activity. Twenty-eight elderly individuals (65 to 78-years-old) reported that they found the MISS activity easy to use, needed limited help when setting the tracker up, and required limited assistance when using it during their daily lives. Conclusions: This study offers a generic structured methodology and a list of design requirements to adapt the interface of an existing activity tracker consistent with the skills and needs of the elderly. The MISS activity seemed to be successfully (re)designed, like the elderly who participated in this pilot study reported that anyone should be able to use it.
Introduction: Sensor-feedback systems can be used to support people after stroke during independent practice of gait. The main aim of the study was to describe the user-centred approach to (re)design the user interface of the sensor feedback system “Stappy” for people after stroke, and share the deliverables and key observations from this process. Methods: The user-centred approach was structured around four phases (the discovery, definition, development and delivery phase) which were fundamental to the design process. Fifteen participants with cognitive and/or physical limitations participated (10 women, 2/3 older than 65). Prototypes were evaluated in multiple test rounds, consisting of 2–7 individual test sessions. Results: Seven deliverables were created: a list of design requirements, a personae, a user flow, a low-, medium- and high-fidelity prototype and the character “Stappy”. The first six deliverables were necessary tools to design the user interface, whereas the character was a solution resulting from this design process. Key observations related to “readability and contrast of visual information”, “understanding and remembering information”, “physical limitations” were confirmed by and “empathy” was additionally derived from the design process. Conclusions: The study offers a structured methodology resulting in deliverables and key observations, which can be used to (re)design meaningful user interfaces for people after stroke. Additionally, the study provides a technique that may promote “empathy” through the creation of the character Stappy. The description may provide guidance for health care professionals, researchers or designers in future user interface design projects in which existing products are redesigned for people after stroke.
Purpose: The aims of this study were to investigate how a variety of research methods is commonly employed to study technology and practitioner cognition. User-interface issues with infusion pumps were selected as a case because of its relevance to patient safety. Methods: Starting from a Cognitive Systems Engineering perspective, we developed an Impact Flow Diagram showing the relationship of computer technology, cognition, practitioner behavior, and system failure in the area of medical infusion devices. We subsequently conducted a systematic literature review on user-interface issues with infusion pumps, categorized the studies in terms of methods employed, and noted the usability problems found with particular methods. Next, we assigned usability problems and related methods to the levels in the Impact Flow Diagram. Results: Most study methods used to find user interface issues with infusion pumps focused on observable behavior rather than on how artifacts shape cognition and collaboration. A concerted and theorydriven application of these methods when testing infusion pumps is lacking in the literature. Detailed analysis of one case study provided an illustration of how to apply the Impact Flow Diagram, as well as how the scope of analysis may be broadened to include organizational and regulatory factors. Conclusion: Research methods to uncover use problems with technology may be used in many ways, with many different foci. We advocate the adoption of an Impact Flow Diagram perspective rather than merely focusing on usability issues in isolation. Truly advancing patient safety requires the systematic adoption of a systems perspective viewing people and technology as an ensemble, also in the design of medical device technology.
Massafabricage in de (MKB) maakindustrie is aan het veranderen in flexibele fabricage en assemblage van kleine series, klantspecifieke onderdelen en eindproducten. Hiervoor zijn nieuwe systemen voor het MKB nodig, waarin robots en mensen samen kunnen werken en die zich snel kunnen aanpassen aan nieuwe productieomstandigheden met lage opstartkosten. De ambitie van het project ?(G)een Moer Aan!? is om het herconfigureren van een robotsysteem voor een nieuwe taak in een productieomgeving net zo eenvoudig en snel te maken als het gebruik van een smartphone. Zo?n benadering biedt kansen om de skills van de operator te benutten. De operator kent immers zijn processen en de robot wordt zijn hulpje. Op vraag van betrokken mkb partners is de focus gelegd op een repeterende productiehandeling die in veel sectoren voorkomt en die relatief veel arbeidstijd kost: het indraaien van moeren en bouten in een object. De centrale onderzoeksvraag van het project luidt: Hoe kan een operator een robot eenvoudig, snel en veilig inleren om assemblage handelingen te verrichten voor het snel en robuust verbinden van bouten, moeren en ringen met objecten? Resultaat van dit praktijkgerichte onderzoeksproject is een algemeen bruikbare en gevalideerde ontwerpmethodiek voor de opzet van een gebruiksvriendelijke user interface van een boutmontagerobot op de werkvloer. Door slim gebruik van geïntegreerde inzet van CAD productinformatie, vision technologie en compliant (meegaand) gripping en placing wordt de robot zo veel als mogelijk vooraf automatisch geconfigureerd. Het projectconsortium dat het onderzoek gaat uitvoeren bestaat uit: " 13 bedrijven (12 mkb) actief als toeleverancier, system integrator of gebruiker op het terrein van industriële robotica (Yaskawa, ABB, Smart Robotics, Hupico, Festo, CSi, Demcon, Heemskerk Innovate, WWA, Van Schijndel Metaal, Van Beek, Tegema en Zest Innovate); " Hogescholen Fontys (penvoerder), Avans, Utrecht en NHL; " Kennisinstellingen TNO en DIFFER; " Coöperaties Brainport Industries, FEDA en Koninklijke Metaalunie; " De gemeente Eindhoven is betrokken als partner in de klankbordgroep. De gemeente ondersteunt het belang van dit project voor behoud en verbetering van arbeidsplaatsen in de maakindustrie. Er zullen circa 20 (docent)onderzoekers van de hogescholen en ongeveer 80 studenten betrokken worden bij dit project, die in de vorm van stages en afstudeeronderzoeken werken aan interessante vraagstukken direct afkomstig uit de beroepspraktijk. Naast genoemde meerwaarde voor het bedrijfsleven beoogt het project een verdere verankering van kennis en kunde in onderwijs en lectoraten en een vergroting van de kwaliteit van docenten en afstudeerders.
In het project werken onderzoekers van het Lectoraat samen met publieke organisaties toe naar een tool waarmee onderstromen in het publieke debat rondom issues eerder kunnen worden opgemerkt. We exploreren met welk algoritme we patronen in geruchtvorming en mobilisatie kunnen opsporen, en tevens hoe we de interactie tussen newsroom-analisten en de output van een monitoring tool het beste kunnen vormgeven.Doel Het doel van dit project is een brede en structureel toepasbare aanpak van het issuemanagement: Hoe kunnen de communicatieprofessionals van publieke organisaties potentiële issues op sociale media vroegtijdig opmerken? Resultaten We willen dit bereiken door enerzijds kennis en inzicht te vergaren en anderzijds de uitkomsten daarvan voor publieke organisaties te vertalen in praktische handgrepen: tools, handleiding, training. Looptijd 01 oktober 2022 - 30 september 2024 Aanpak Via cases ingebracht door de praktijkpartners en focusgroepen staan we in nauw contact met het consortium. In de eerste werkpakketten onderzoeken we de verschillende cases aan de hand van discoursanalyse. De inzichten die we hierbij opdoen, gebruiken we vervolgens om te bekijken hoe we de interactie tussen mens en machine het beste kunnen vormgeven en wel zo dat er ten behoeve van de communicatie en het management van issues via interactieve visualisaties steeds weer triggers afgegeven worden. Op basis van de opgedane inzichten richten we een interface in. Deze maakt het analisten en communicatieprofessionals mogelijk om vroegtijdig issues te signaleren.
In het project werken onderzoekers van het Lectoraat samen met publieke organisaties toe naar een tool waarmee onderstromen in het publieke debat rondom issues eerder kunnen worden opgemerkt. We exploreren met welk algoritme we patronen in geruchtvorming en mobilisatie kunnen opsporen, en tevens hoe we de interactie tussen newsroom-analisten en de output van een monitoring tool het beste kunnen vormgeven.Doel Het doel van dit project is een brede en structureel toepasbare aanpak van het issuemanagement: Hoe kunnen de communicatieprofessionals van publieke organisaties potentiële issues op sociale media vroegtijdig opmerken? Resultaten We willen dit bereiken door enerzijds kennis en inzicht te vergaren en anderzijds de uitkomsten daarvan voor publieke organisaties te vertalen in praktische handgrepen: tools, handleiding, training. Looptijd 01 oktober 2022 - 30 september 2024 Aanpak Via cases ingebracht door de praktijkpartners en focusgroepen staan we in nauw contact met het consortium. In de eerste werkpakketten onderzoeken we de verschillende cases aan de hand van discoursanalyse. De inzichten die we hierbij opdoen, gebruiken we vervolgens om te bekijken hoe we de interactie tussen mens en machine het beste kunnen vormgeven en wel zo dat er ten behoeve van de communicatie en het management van issues via interactieve visualisaties steeds weer triggers afgegeven worden. Op basis van de opgedane inzichten richten we een interface in. Deze maakt het analisten en communicatieprofessionals mogelijk om vroegtijdig issues te signaleren.