Dienst van SURF
© 2025 SURF
Het veilig en autonoom regelend PV-laadplein met DC-distributie (VAP-DC) is een project waarin het ontwerpen, bouwen, testen en operationeel maken van een DC-netwerk (gelijkspanning) wordt aangetoond.Het systeem op het parkeerdek kan zonder AC (wisselspanning) opereren zoals het verzorgen van verlichting, het elektrische laden en ontladen van EV’s (Electrical Vehicles), waaronder het overbrengen van elektrische lading van de ene naar de andere(n). Het PV-(Photo Voltaic)systeem zorgt voor de energie, en kan het DC-microgrid ook zelf activeren, waardoor een autonoom systeem ontstaat.Het systeem werkt geheel autonoom (A) met een eigen zeer snel reagerend congestiemanagementmethode, modulaire Droop Rate Control strategie. In dit ontwerp is als extra veiligheid een safetywire voorzien, waar de AFE (Active Front End), laadvoorzieningen en PV-systeem op zijn aangesloten.Eventueel kan de AFE worden ingeschakeld, zodat er een bi-directionele vermogenstransfer kan plaatsvinden tussen de twee geïsoleerde AC- en DC-netten.Het TN-S stelsel met een PE-draad voor veiligheid en afvoer van hoogfrequente stromen, en een aparte aarde, is de beste methode om een veilig, autonoom, droop rate controlled grid te maken. Metingen met ingebouwde referentie-elektrode voor onderzoek naar mogelijke zwerfstromen, laat geen verband zien met het wel of niet actief zijn van de PV-panelen en/of de laadpalen. Een verklaring hiervoor kan zijn dat de lekstromen die ontstaan via de stalen constructie goed worden afgevoerd.Aangetoond is dat het DC-grid zowel zelfstandig als naast het AC-grid kan bestaan om energie te leveren voor DC-producten zoals bidirectionele EV-laadplaatsen en verlichting zodat er een nieuw instrument beschikbaar is om de energietransitie te realiseren. Dit onderzoek toont aan dat het mogelijk is om in Nederland gelijkstroominstallaties breed uit te rollen.Met leden van de normcommissie NEN TC 64 binnen het onderzoekteam en de commissie zelf is het ontwerp en de realisatie van de onderzoekinstallatie uitvoerig besproken. Deze pilot vormt daarmee een belangrijke basis voor verdere normering van DC-installaties in de NEN 1010 en NPR 9090. Verder onderzoek is nodig om deze norm en regelgeving breed in te passen.Dit onderzoek biedt onderbouwing bij de verdere ontwikkeling van actieve gelijkstroominstallaties.Er is grote interesse van diverse bedrijven en (overheids-)instanties naar de ervaringen en oplossingen die het onderzoek bracht. Hierdoor ervaarde het projectteam de nut en noodzaak dat er onderzoek gedaan wordt naar systemen die de huidige overbelastingsproblemen kunnen minimaliseren of om in ieder geval alternatieven aan te kunnen bieden.
Verticale zonnepanelen verdienen andere subsidievoorwaarden binnen de Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE+) omdat de stroomproductie gelijkmatiger over het jaar verdeeld is. Dit ontlast het elektriciteitsnet.
LINK
In Nederland drijven steeds meer zonnepanelen op het water. Kennis omtrent het effect op de waterkwaliteit van deze zonneparken is echter beperkt. Praktijkmetingen onder de platforms zijn vaak lastig uit te voeren. Er zijn onderwaterdrones ingezet met sensoren en camera’s. Deze praktijkmetingen zijn nodig ter ondersteuning van vergunningverlening en opstellen van richtlijnenvoor ontwerp, implementatie en beheer van drijvende zonnepanelen om een gezond leefmilieu te handhaven en om de duurzame energietransitie te bevorderen. Op de onderzoekslocatie is geen significante impact gemeten op de kwaliteit van het oppervlaktewater.
In de eindrapportage van het RaakPro IMDEP project [1] hebben we aangegeven dat ten aanzien van demo 6 niet alle gestelde onderzoeksvragen beantwoord konden worden. Het plan was om de in Nederland ontwikkelde CIGS zonnecelmodule van Solliance op een façade te vergelijken met verschillende commerciële dunne film zonnecel-modules en een standaard silicium zonnecel module op de balustrade van het balkon van Flexhouse. In het IMDEP project zijn voor november 2015 wel de 2 commerciële dunne film zonnecelmodules en de standaard silicium zonnecel modules gerealiseerd. Na overleg met projectpartner TNO-Solliance is komen vast te staan dat de benodigde dunne CIGS modules van Solliance binnen de projectperiode van IMDEP niet te voorzien waren, maar wel voor het einde van 2016. Bij het eindevent waar meer dan 40 bedrijven uit de zonne-energie en bouw wereld aanwezig waren, werd nogmaals herhaalt dat ze graag meer kennisinteractie en informatie over de ontwikkelingen van (dunne) film zonnepaneel wilde krijgen. We zouden graag in de periode tot januari 2018 de volgende onderzoeksvraag, die we in het IMDEP project niet konden afronden en in de eindrapportage en eindevent benoemd is, dan ook graag in de Top-up regeling van SIA willen onderzoeken. Dit in nauwe samenwerking met Solliance. Hoe is de performance (elektrische opbrengst) en de reliability van het CIGS product van Solliance ten opzichte van commerciële producten standaard silicium, commerciële CIGS en dunne film silicium producten in een gevel toepassing gedurende een periode van een half jaar en kunnen deze produkten op korte termijn op de markt een rol gaan spelen? Dit top-up project is voor Solliance en Hyet van belang omdat het inzicht geeft in hoe hun producten zich verhouden tot de commerciële producten en hoe hun producten door hun potentiele klanten ontvangen worden. De Wijk van Morgen bij Zuyd Hogeschool is een ideale locatie om bedrijven en onderzoeksgroepen bij deze ontwikkelingen te helpen. Voor dunne film zonnepanelen wordt een grote markt verwacht, omdat ze: - veel lichter gemaakt kunnen worden; - makkelijker op maat gemaakt kunnen worden; - en op grote schaal ook goedkoper gemaakt kunnen worden. Installateurs en andere partijen in de bouwwereld zijn zeer geintereseerd naar de komst van deze produkten, omdat ze nieuwe markten voor hun kunnen openen, waar nu niet silicium zonnepanelen gebruikt kunnen worden. Mede het IMDEP project is aanjager geweest voor het lectoraat Zonne-energie in de Gebouwde Omgeving. Het heeft de mogelijkheid geboden om kennis uit te bouwen over demonstratie en monitoring van zonnepanelen. Het heeft in 2016 geleid tot een onderzoekslijn van 4 fte, waarbinnen 2 TKI projecten en 1 Interreg project lopen. Dit Top-up project geeft de mogelijkheid om deze onderzoekslijn verder te versterken. [1] Eindrapportage IMDEP, 26-4-2016.
Kansen met logistiek vastgoed in de energietransitie Logistieke faciliteiten gaan een grote rol spelen in de energietransitie. Ten eerste als plaatsen waar een steeds verder elektrificerend wagenpark moet worden opgeladen (wat leidt tot een grotere energievraag van logistiek vastgoed); ten tweede in de opwek van duurzame energie (met bijvoorbeeld zonnepanelen, met een groot maar fluctuerend aanbod voor eigen gebruik of teruglevering). Dit vraagt fysieke investeringen, en het optimaliseren van bedrijfsprocessen om vraag en aanbod van energie slim af te stemmen. Dit levert een geheel op van aansluitende en overlappende vraagstukken en afwegingen voor eigenaren en gebruikers van logistiek vastgoed en clusters van bedrijven op bedrijventerreinen, waarvan nog niet duidelijk is welke (sets van) vragen en trade-offs de meeste impact gaan hebben, en hoe betrokken partijen de meest passende oplossingsrichtingen kunnen definiëren. Dit project levert inzicht in de kansen en uitdagingen rondom logistieke faciliteiten die de energietransitie oplevert, en hoe beheerders en gebruikers hierin prioriteiten kunnen stellen. Dit gebeurt door - Het in kaart brengen van het huidige energiegebruik van de faciliteiten op een logistiek bedrijventerrein qua type gebruik, en over tijd. - Het schatten van de toekomstige energievraag op het bedrijventerrein. Dit levert (conceptueel) inzicht in de verschillende vraagstukken met betrekking tot energiemanagement en logistieke processen en de verbanden hiertussen, en (kwantitatief, op basis van data uit de praktijk) inzicht in de relatieve ordegrootte van deze vraagstukken en dynamiek over tijd. - Het definiëren van verschillende maatregelen om hiermee om te gaan (bijv. PV-capaciteit uitbreiden, distributie-infrastructuur verzwaren, batterij-opslag, smart grid oplossingen, en afstemming van logistieke processen op energiemanagement vraagstukken). Dit levert inzicht op in de omvang en prioritering van de benodigde investeringen en eventuele tradeoffs. In het project wordt samengewerkt met de beheerder van een logistiek bedrijventerrein ABC Westland, een energie-inkoopbureau en enkele logistieke (mkb-) dienstverleners gevestigd op ABC Westland.
Het midden- en kleinbedrijf (mkb) wil graag zonne-energie integreren in hun eindproducten om te verduurzamen en om hun marktpositie te versterken. Het bestaande aanbod van fotovoltaïsche (PV) zonnecellen in zonnepanelen sluit echter niet aan bij de eisen en wensen van het mkb waardoor integratie in hun eindproducten onmogelijk is. Gezien de lage kosten en hoge efficienties, zijn kristallijne zonnecellen een geschikte kandidaat voor het mkb, mits een nieuwe moduletechnologie ontwikkeld wordt. Idealiter is deze nieuwe moduletechnologie op basis van composieten, omdat deze voldoende vormvrijheid en flexibiliteit bieden. In de ontwikkeling van een nieuwe moduletechologie is de interconnectie van cellen en modules ook van belang: kennis die het mkb moet ontwikkelen. Een goede interconnectie waarborgt een hoog rendement en grote vormvrijheid van de modules. Om het mkb hierin te ondersteunen, is het project Kristallijne zonnecellen in composiet gelanceerd. Samen met 12 mkb'ers, een branchevereniging en drie kennisinstellingen wordt in 4 werkpakketten, respectievelijk interconnectie, encapsulatie, evaluatie, projectmanagement, onderzoek gedaan naar de integratie van kristallijne zonnecellen in eindproducten van composiet. Het beoogde doel van het project is opbouw van kennis van encapsulatie van kristallijne zonnecellen en het aantonen van een proof-of-principle in het werkpakket interconnectie en encapsulatie. Het proof-of-principle moet aantonen dat kristallijne zonnecellen goed geïntegreerd kunnen worden in composietmaterialen, zoals die worden gebruikt binnen het mkb. Om het eindproduct te beoordelen, wordt een testprotocol ontwikkeld om kristallijne zonnecellen in composietmaterialen te karakteriseren in het werkpakket evaluatie. De ervaringen die worden opgedaan, worden vastgelegd in een handleiding met een set richtlijnen, wat bedrijven kan helpen kristallijne zonnecellen te integreren in hun producten. Het vastleggen van de richtlijnen gebeurt, samen met het algemene projectmanagement, in het werkpakket projectmanagement. Daarnaast wordt een protocol ontwikkeld om de nieuwe kristallijne fotovoltaïsche (PV)-module technologie te evalueren. Het resultaat zal ertoe leiden dat het mkb praktische kennis heeft om kristallijne zonncellen in hun half-fabrikaten te integreren.