Dienst van SURF
© 2025 SURF
Waterpleinen worden op nationale en internationale schaal toegepast om wateroverlast te beperken door regenwater tijdelijk te bergen en langzaam af te voeren. Er zijn slechts enkele waterpleinen in binnen- en buitenland, waardoor de kennis van het (langetermijn-)functioneren nog beperkt is. Dit was reden voorgemeente ’s-Hertogenbosch om in samenwerking met o.a. Tauw en de hogescholen van Rotterdam en Groningen onderzoek te doen naar het hydraulisch functioneren van het Eikendonkplein in ’s-Hertogenbosch als waterplein.
De webquest is goed te gebruiken als didactisch middel om internet in te zetten in de geschiedenislessen. Uitgewerkt voorbeeld rond de vestingwerken in 's Hertogenbosch
This article analyzes how a city can generate instrumental, intrinsic, and institutional value from its event-related networks and platforms, based on the Hieronymus Bosch 500 program in the Dutch city of ‘s-Hertogenbosch (Den Bosch). Interviews with key stakeholders traced program dynamics over more than a decade to reveal processes of network and platform development, encapsulated in a conceptual model of strategic value creation. The results indicate that networks served to generate flows of resources, while programming helped develop platforms for knowledge generation and dissemination, helping to focus attention on the city. The Bosch 500 Foundation managing the program played an effective role in developing and supporting networks, which in turn generated significant short-term instrumental and intrinsic value. However, the failure to establish a sustainable city-wide platform related to the Bosch program caused institutional value destruction, which many saw as a missed opportunity. The study of networks and platforms can benefit from a longitudinal approach as well as a broader, contextual view of event networks.
MULTIFILE
Een geschatte hoeveelheid van tussen de 35 en 140 miljoen kilo zwerfafval wordt jaarlijks in Nederland op straat of in de natuur aangetroffen. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het voorkomen en opruimen van zwerfafval. Daarom heeft bijvoorbeeld gemeente Breda de ambitie uitgesproken om de stad in 2030 zwerfafval vrij te hebben. Deze ambitieuze doelstelling moet bereikt worden door acties zowel op het vlak van preventie, als het opruimen en het hergebruik. Om deze acties kwantitatief te onderbouwen en te monitoren zijn gegevens over ligging, hoeveelheid en samenstelling van het zwerfafval noodzakelijk. Het is momenteel al mogelijk om zwerfafvaldata te verkrijgen om analyses op te verrichten. Deze data is afkomstig van vrijwilligers die middels apps als Litterati zwerfafval verzamelen en classificeren (labelen). Het toekennen van een label is een tijdrovende klus en levert maar een beperkt beeld van de totale hoeveelheid zwerfafval in een gemeente. Dit classificeren kan geautomatiseerd worden door object detectie algoritmen welke zijn getraind op afbeeldingen van zwerfafval. Om een groter gebied te monitoren zijn camerasystemen ontwikkeld die in staat zijn zwerfafval automatisch te detecteren. Technisch gezien zijn er steeds meer oplossingen om automatisch zwerfafval in kaart te brengen en te classificeren, maar een praktijkgerichte oplossing voor bijvoorbeeld beleidsmakers zonder technische kennis ontbreekt nog. In dit toegepast ontwerponderzoek werken we samen met gemeente Breda, gemeente ‘s-Hertogenbosch, stichting GoClean, Natuur- en milieuvereniging Markkant, stichting Nederland Schoon, de Antea Group en betrokken MKB-ers aan het antwoord op de onderzoeksvraag “Hoe kan zwerfafval in de openbare ruimte automatisch gedetecteerd en geclassificeerd worden vanuit verschillende, onafhankelijke bronnen met een zo beperkt mogelijke tijdsinvestering van de mens in dit proces.” De technische componenten die hiervoor nodig zijn worden samengevoegd in een gebruiksvriendelijk dataplatform. Op basis van de uitkomsten kunnen gemeenten (en andere publieke partijen) in Nederland datagedreven interventies ontwikkelen om zwerfafval tegen te gaan.
‘Waarom moeilijk doen als het samen kan?’ Het thema voor de City Deal Kennis Maken Den Bosch is Positieve gezondheid. Hierbij worden gezondheidsproblemen zo vroeg mogelijk in beeld gebracht en zoveel mogelijk voorkomen. Het gaat daarbij zowel om individuele bewoners als om de maatschappelijke context. Dit vereist een nieuwe manier van werken met nieuwe rollen en vaardigheden van beleidsmakers, professionals, onderzoekers en inwoners op diverse beleidsvelden. Gemeente ‘s-Hertogenbosch en kennisinstellingen Avans Hogeschool, HAS Hogeschool, Fontys Hogeschool, Koning Willem I College en Helicon Opleidingen, zijnde de huidige partners van de City Deal, slaan de handen ineen om de kennis in de stad in te zetten voor het oplossen van complexe maatschappelijke vraagstukken. In 2019 hebben we kennisgemaakt en gezamenlijk de eerste projecten uitgevoerd binnen het thema Positieve gezondheid. Daarnaast zijn ook JADS en de Koningstheateracademie betrokken, zodat alle MBO-, HBO- en WO-instellingen in de stad verbonden zijn. Dat is voor ‘s-Hertogenbosch een uniek samenwerkingsverband. In 2020 en 2021 gaan we de aanpak zoals in 2019 ingezet voortzetten waarbij we blijven zoeken naar verbreding, intensivering en verduurzaming van projecten en samenwerkingen. De impulsgelden gebruiken we de aankomende 2 jaar voor de inzet van een aanjager, communicatie en een jaarlijkse kennisdelingsdag in/voor/met de stad. We vinden het een succes als de City Deal Kennis Maken voor studenten, docenten en onderzoekers zinvolle, maatschappelijk relevante en interessante opdrachten en samenwerkingen/projecten oplevert, en er een goed functionerend kennisecosysteem is. Dat bereiken we door een netwerk van professionals met zeven onderwijspartners en gemeente te bouwen dat de intentie heeft om langdurig met elkaar samen te werken. Wij weten elkaar in de stad te vinden en geven studenten, docenten en onderzoekers de mogelijkheden om bij te dragen aan het oplossen van de maatschappelijke opgaven van de stad. Daarbij ligt de focus op het thema Positieve gezondheid.
Deze popup-up aanvraag richt zich op (a) wetenschappelijk onderzoek naar de potentie en mogelijkheden voor opschaling van Mobility as a Service (MaaS) platformen, (b) organisatie en ontwikkeling van een generiek MaaS platform en (c) kennisoverdracht tussen SURF en het IMS. Het doel van het wetenschappelijk onderzoek behelst ex-ante en ex post onderzoek naar verschillende voorkeuren van gebruikers en niet-gebruikers van verschillende mobiliteitsdiensten (ridesharing, car sharing, bike sharing) in Strijp-S in Eindhoven en het Paleiskwartier in ‘s-Hertogenbosch. Het gaat om het in kaart brengen van voorkeuren en barrières voorafgaand aan de start van de MaaS pilots (nulmetig) en na afloop van de pilots (1-meting). De MaaS pilots in Strijp-S en het Paleiskwartier hebben vergelijkbare doelen, maar betreffen verschillende gebieden met sterk verschillende doelgroepen voor de introductie van MaaS. Strijp-S bevat veel jongeren, creatieven en start-ups, creatieven. Het Paleiskwartier in ‘s-Hertogenbosch is een demografisch gemengde wijk met enkele hbo-onderwijsinstellingen en een mix aan kleine en grote bedrijven (zoals het Jeroen Bosch Ziekenhuis). Daarnaast gaan we in het Paleiskwartier onderzoeken of gamificatie-strategieën kunnen helpen bij het bereiken van potentiele gebruikersgroepen (bewoners, bedrijven, bezoekers, studenten). Gamificatie is nog niet eerder toegepast in een MaaS platform. Dit voorstel brengt een verbinding en maakt samenwerking mogelijk tussen het SURF SCRIPTS project en het Innovatieprogramma Mobiele Stad (IMS).