Dienst van SURF
© 2025 SURF
Artikel gepubliceerd in Nurse Academy O&T | nummer 3 | 2024: Steeds vaker meten patiënten hun eigen gezondheid. Deze metingen zijn voorbeelden van ‘point of care’-testen (POCT), een voorbeeld is de COVID-19-test. De ontwikkeling en inzet van POCT dragen bij aan betaalbare en toegankelijke gezondheidszorg. POCT kan een belangrijk instrument zijn voor het monitoren van veranderingen in de gezondheid. Het kan thuiswonende ouderen helpen bij het versterken van hun zelfmanagement LEERDOELEN Na het lezen van dit artikel: •weet u wat de kenmerken van ‘point of care’-testen (POCT) zijn en kent u een aantal voorbeelden van POCT; • heeft u inzicht in de voordelen van het gebruik van POCT in gezondheidsbevordering van oudere cliënten; • kent u een aantal uitdagingen die samenhangen met het gebruik van POCT in de praktijk; • heeft u inzicht in de betekenis van verpleegkundigen voor de inzet van POCT bij de ondersteuning van ouderen
Steeds vaker meten patiënten hun eigen gezondheid. Deze metingen zijn voorbeelden van ‘point of care’-testen (POCT), een voorbeeld is de COVID-19-test. De ontwikkeling en inzet van POCT dragen bij aan betaalbare en toegankelijke gezondheidszorg. POCT kan een belangrijk instrument zijn voor het monitoren van veranderingen in de gezondheid. Het kan thuiswonende ouderen helpen bij het versterken van hun zelfmanagement.
In Nederland verblijven ruim 18000 jongeren in voorzieningen voor vrijwillige residentiële jeugdhulp. Uit eerder onderzoek blijkt dat meerdere van deze jongeren bij tegenslag en verdriet een hulpbron vinden in een religieuze of spirituele overtuiging, maar dat hiervoor in mentorgesprekken nauwelijks aandacht is. In deze bijdrage wordt verslag gedaan van een onderzoek naar de wijze waarop pedagogisch medewerkers met adolescenten binnen de residentiële jeugdhulp afstemmen op de mogelijkheid dat religie of spiritualiteit in hun leven een rol speelt. Het betreft een kwalitatief onderzoek op grond van half open interviews in vier instellingen voor residentiële jeugdhulp in verschillende delen van het land. Er zijn in totaal eenentwintig pedagogisch medewerkers en dertien jongeren geïnterviewd. De conclusie van dit onderzoek is dat de levensbeschouwing van de pedagogisch medewerker (diens persoonlijke visie op de betekenis en waarde van het leven) bepalend is voor de vraag of en hoe de religie of spiritualiteit van de jongere ter sprake komt. Er is sprake is van beperkte levensbeschouwelijke sensitiviteit bij pedagogisch medewerkers. Daarnaast hebben pedagogisch medewerkers én jongeren geen eenduidig beeld van de aard en het doel van mentorgesprekken. De aanbevelingen richten zich op bezinning op de aard van mentorschap en het bevorderen van levensbeschouwelijke sensitiviteit bij pedagogisch medewerkers.