Dienst van SURF
© 2025 SURF
Gekozen filters:
Hoe gaat de journalistiek om met kritiek uit de buitenwereld?
Steeds vaker worden de effecten van kunst op welzijn en gezondheid benoemd. In onderzoeken komt naar voren dat het deelnemen aan kunstactiviteiten, actief, receptief of reflectief bijdraagt aan het welbevinden van mensen en het versterken van de samenleving (LKCA, 2021 en 2023; Movisie, 2021; Fancourt & Finn, 2019; Daykin, 2020). De laatste twintig jaar zijn er veel projecten en onderzoeken gestart waarin de relatie wordt onderzocht tussen gezondheid en de impact die de kunsten daarop kunnen hebben. In deze crossovers is er niet alleen kennis opgedaan, maar zijn ook verschillende perspectieven bij elkaar gebracht, zoals die van kunstprofessionals en zorgprofessionals, onderzoekers en beleidsmedewerkers die werken vanuit de beleidsterreinen kunst en cultuur, zorg en welzijn. Het verbinden van zorg en kunst krijgt heden ten dage meer en meer aandacht en de meerwaarde wordt gezien. In die verbinding worden potentiële oplossingen voor demografische en sociale problemen gevonden die leiden tot ervaringen op het gebied van gezondheid en ziekte (Daykin, 2020). Kortom, dat de kunsten een bijdrage kunnen leveren, wordt door veel onderzoeken bevestigd, maar hoe die bijdrage precies tot stand komt, is moeilijker vast te stellen. Er lijkt geen blauwdruk of kant-en-klaar recept te bestaan. Zo zien organisaties in zorg en welzijn zoals Careyn, Buurtzorg en DOCK in Utrecht West de meerwaarde van kunst, maar hebben geen praktische handvatten, kennis en vaardigheden. Wijkcultuurhuis Het Wilde Westen wil op dat gebied graag een bijdrage leveren om, meer specifiek, bij te dragen aan het welzijn en de positieve gezondheid van wijkbewoners. In de praktijk blijkt het nog lastig om elkaar te vinden, omdat iedere partij vanuit zijn eigen opdracht met bijpassende, vastgelegde geldstromen werkt. Het maken van crossovers is niet vanzelfsprekend en een lastige opgave. Daarom is in samenwerking met Het Wilde Westen, Buurtzorg, Careyn en DOCK dit onderzoek naar kunst en positieve gezondheid gestart, waarin verkennend onderzoek is gedaan naar het gezamenlijk inzetten van kunst ter bevordering van welzijn en positieve gezondheid. We onderzochten de samenwerking tussen de verschillende partners om te kijken wat voor hen nodig is om met bewoners vorm te geven aan kunstbeleving en de betekenis van de term ‘positieve gezondheid’. Dit onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door regieorgaan SIA (Kiem GoCI). 1.1 Onderzoeksvraag In het voortraject is gezamenlijk gekomen tot de volgende onderzoeksvraag: Hoe kan kunst community-based vanuit een wijkperspectief door kunst-, welzijns- en zorgprofessionals ingezet worden om een bijdrage te leveren aan de positieve gezondheid in Utrecht West? In deze onderzoeksvraag is, vanuit de wens uit de praktijk, de term ‘positieve gezondheid’ als uitgangspunt genomen. Reden hiervoor is dat dit begrip ruimte geeft voor een holistische blik op gezondheid en een ruimte geeft aan bewoners om zelf betekenis te geven aan het begrip gezondheid (Huber et al., 2011). Steeds duidelijker wordt dat de toegang tot gezondheidszorg maar een kleine invloed heeft op het ervaren van gezondheid en welzijn. De meeste uitdagingen op het gebied van gezondheid blijken meer en meer te maken te hebben met demografische en sociale trends. Ook zijn er veel ziekten waarvoor de bestaande gezondheidszorg niet als enige een oplossing kan bieden, denk bijvoorbeeld aan dementie en chronische ziekten (Daykin, 2020). Het werken vanuit het concept positieve gezondheid kan, doordat zij zich richt op de mens als geheel, bijdragen aan een meer holistische kijk op gezondheid (Huber, 2011). Daarbij is het belangrijk om op te merken dat positieve gezondheid geen onomstreden concept is. Zo wordt gewaarschuwd dat de beleidsmatige vertaling ervan kan leiden tot het terugtrekken van de overheid en bovendien normerend en te individualistisch kan worden ingezet (Cardol et al., 2017). In het onderzoek is positieve gezondheid gekozen als startpunt omdat een aantal consortiumpartners actief met dit concept werken. In het onderzoek wordt bewust gekeken naar hoe het begrip wordt ingezet en wat de discussiepunten ervan zijn. Bijvoorbeeld omdat er in Utrecht West gewerkt wordt vanuit het concept positieve gezondheid vanuit een wijkbenadering waarin het collectieve bewonersperspectief van belang is en niet enkel het individuele belang.
MULTIFILE
Voor het lectoraat staat het beantwoorden van de volgende vraag centraal: hoe kunnen professionals, werkzaam in de praktijk, de gezondheid en het welzijn van kwetsbare ouderen bevorderen? Door antwoorden te zoeken op deze vraag draagt het lectoraat bij aan een gezonde samenleving, een profilerend thema voor Hogeschool Inholland dat richting geeft aan de inrichting van het onderwijs en onderzoek. De Gezonde Samenleving verwijst naar een integrale benadering van zorg en welzijn, waarin de mens zelf centraal staat en niet de afzonderlijke problemen waar hij of zij tegenaan loopt.
Everyone has the right to participate in society to the best of their ability. This right also applies to people with a visual impairment, in combination with a severe or profound intellectual and possibly motor disability (VISPIMD). However, due to their limitations, for their participation these people are often highly dependent on those around them, such as family members andhealthcare professionals. They determine how people with VISPIMD participate and to what extent. To optimize this support, they must have a good understanding of what people with disabilities can still do with their remaining vision.It is currently difficult to gain insight into the visual abilities of people with disabilities, especially those with VISPIMD. As a professional said, "Everything we can think of or develop to assess the functional vision of this vulnerable group will help improve our understanding and thus our ability to support them. Now, we are more or less guessing about what they can see.Moreover, what little we know about their vision is hard to communicate to other professionals”. Therefore, there is a need for methods that can provide insight into the functional vision of people with VISPIMD, in order to predict their options in daily life situations. This is crucial knowledge to ensure that these people can participate in society to their fullest extent.What makes it so difficult to get this insight at the moment? Visual impairments can be caused by a range of eye or brain disorders and can manifest in various ways. While we understand fairly well how low vision affects a person's abilities on relatively simple visual tasks, it is much more difficult to predict this in more complex dynamic everyday situations such asfinding your way or moving around during daily activities. This is because, among other things, conventional ophthalmic tests provide little information about what people can do with their remaining vision in everyday life (i.e., their functional vision).An additional problem in assessing vision in people with intellectual disabilities is that many conventional tests are difficult to perform or are too fatiguing, resulting in either no or the wrong information. In addition to their visual impairment, there is also a very serious intellectual disability (possibly combined with a motor impairment), which makes it even more complex to assesstheir functional vision. Due to the interplay between their visual, intellectual, and motor disabilities, it is almost impossible to determine whether persons are unable to perform an activity because they do not see it, do not notice it, do not understand it, cannot communicate about it, or are not able to move their head towards the stimulus due to motor disabilities.Although an expert professional can make a reasonable estimate of the functional possibilities through long-term and careful observation, the time and correct measurement data are usually lacking to find out the required information. So far, it is insufficiently clear what people with VZEVMB provoke to see and what they see exactly.Our goal with this project is to improve the understanding of the visual capabilities of people with VISPIMD. This then makes it possible to also improve the support for participation of the target group. We want to achieve this goal by developing and, in pilot form, testing a new combination of measurement and analysis methods - primarily based on eye movement registration -to determine the functional vision of people with VISPIMD. Our goal is to systematically determine what someone is responding to (“what”), where it may be (“where”), and how much time that response will take (“when”). When developing methods, we take the possibilities and preferences of the person in question as a starting point in relation to the technological possibilities.Because existing technological methods were originally developed for a different purpose, this partly requires adaptation to the possibilities of the target group.The concrete end product of our pilot will be a manual with an overview of available technological methods (as well as the methods themselves) for assessing functional vision, linked to the specific characteristics of the target group in the cognitive, motor area: 'Given that a client has this (estimated) combination of limitations (cognitive, motor and attention, time in whichsomeone can concentrate), the order of assessments is as follows:' followed by a description of the methods. We will also report on our findings in a workshop for professionals, a Dutch-language article and at least two scientific articles. This project is executed in the line: “I am seen; with all my strengths and limitations”. During the project, we closely collaborate with relevant stakeholders, i.e. the professionals with specific expertise working with the target group, family members of the persons with VISPIMD, and persons experiencing a visual impairment (‘experience experts’).