De agrarische kringloop voor stikstof kan duurzaam worden gesloten door het toepassen van kunstmestvervangers op basis van herwonnen stikstof uit de overschotten van dierlijke mest, zuiveringsslib en andere biomassa reststromen. Als model voor de rest van Nederland heeft een samenwerkingsverband van Achterhoekse bedrijven in de afgelopen twee jaar in het kader van het project Kunstmestvrije Achterhoek (Kunstmestvrije Achterhoek, 2019) de eerste praktijkproeven uitgevoerd met een groene kunstmestvervanger, Groene Weide Meststof (GWM). Dit is een vloeistof met herwonnen stikstof, kalium en zwavel mineralen uit varkensmest. In overleg met- en steun van het ministerie LNV en de EU zullen de praktijkproeven de komende twee jaar verder worden opgeschaald. Uit doorrekeningen voor de productie en distributie van deze nieuwe generatie meststoffen blijkt dat een hoge concentratie mineralen (vanaf 7% minimaal) nodig is voor een rendabele business case. Uit de eerste praktijkproeven met GWM met een relatief lage concentratie mineralen (tot ca 4% maximaal) blijkt dat onder bepaalde omstandigheden enige verbranding van het gewas kan optreden. Door de samenstelling van GWM zal het risico op ernstige verbranding waarschijnlijk toenemen als het product verder geconcentreerd wordt. Dit probleem bedreigt de verdere ontwikkeling van deze nieuwe generatie meststoffen. De centrale vraag van dit onderzoek is dan ook: wat is optimale samenstelling en toedieningswijze van GWM om verbranding in gewassen te voorkomen en die kan worden geproduceerd en toegepast binnen de randvoorwaarden van een rendabele businesscase. In samenwerking met de Stichting Biomassa en Groot Zevert, zal Aeres Hogeschool hiervoor een onderzoek uitvoeren waarbij verschillende concentraties en samenstellingen worden getest in pot- en veldproeven. Daarbij zal ook aandacht zijn voor de stand van het gewas en de invloed van verschillende toedieningsvormen zoals injecteren in de grond of vernevelen boven het gewas.
Er zijn geen producten gekoppeld
Afgerond
Niet bekend