Digitalisering speelt een belangrijke rol in onze samenleving en onze economie. Door toenemende digitalisering neemt dit belang alleen maar verder toe. Digitalisering stelt ons bijvoorbeeld in staat om onze industrie te verduurzamen, zorg bereikbaar en betaalbaar te houden en online meer producten te verkopen. Noord-Nederland kent een snelgroeiende digitalisering en heeft daarmee een sterke positie in de digitale economie in Nederland en daarbuiten verworven. Belangrijk is deze positie verder wordt verstevigd. Daarom wordt er door bedrijven, overheden en kennisinstellingen geïnvesteerd.
Met de groeiende digitalisering neemt ook het aantal cyberaanvallen toe en worden de technieken die cybercriminelen gebruiken om in te breken in netwerken van de overheid en bedrijven geavanceerder en slimmer. Cybersecurity wordt daarmee een belangrijk onderdeel van het digitale ecosysteem en een onderzoeksgebied waarvan de noodzaak steeds duidelijker wordt.
De ambitie van het Programma Cybersecurity Noord-Nederland is:
1. Versnellen en uitbreiden van onderzoek en kennisontwikkeling en dit nationaal en internationaal zichtbaar te laten zijn.
2. De weerbaarheid van (MKB) bedrijven te vergroten door middel van verbeterde kennis- en expertisedeling.
3. Te beschikken over uitmuntende faciliteiten voor het ontwikkelen van technologieën en diensten op het gebied van cybersecurity inclusief test faciliteiten en living labs.
4. Duizenden cybersecurity professionals te hebben opgeleid, zowel binnen het reguliere onderwijs als ook via het onderwijs voor professionals.
5. Te zorgen voor continuïteit en groei.
De Cyber Resilience Act, versterkt de regels voor cybersecurity van producten met digitale elementen. Deze verordening is gericht op het verbeteren van de cyberveiligheid en veerkracht in de EU door gemeenschappelijke normen vast te stellen voor producten met digitale elementen, zoals verplichte incidentrapporten en automatische beveiligingsupdates.Binnen het project Cybersecurity Noord-Nederland is deze beslisboom en het digitale stappenplan ontwikkeld door een afstudeerstudent, zodat het voor organisaties makkelijker te bepalen is of zij moeten voldoen aan de Cyber Resillience Act.Disclaimer:De afstudeeropdracht wordt uitgevoerd door een vierdejaarsstudent in het kader van zijn/haar afstuderen bij het Instituut voor Rechtenstudies. De student levert een juridisch beroepsproduct op en doet daartoe onderzoek. De student wordt tijdens de uitvoering van zijn/haar afstudeeropdracht begeleid door een afstudeercoach. De inspanningen van de student en de afstudeercoach zijn erop gericht om een zo goed mogelijk beroepsproduct op te leveren. Dit moet opgevat worden als een product van een (vierdejaars)student en niet van een juridische professional. Mocht ondanks de geleverde inspanningen de informatie of de inhoud van het beroepsproduct onvolledig en/of onjuist zijn, dan kunnen de Hanzehogeschool Groningen, het Instituut voor Rechtenstudies, individuele medewerkers en de student daarvoor geen aansprakelijkheid aanvaarden.
De richtlijn 2022/2555 houdende maatregelen voor een hoog gezamenlijk niveau van cyberbeveiliging in de Europese Unie, hierna de NIS2-richtlijn genoemd, is de tweede richtlijn op het gebied van cybersecurity. De NIS2-richtlijn is de opvolger van de NIS1-richtlijn die in Nederland is geïmplementeerd in de Wet Beveiliging Netwerk- en Informatiesystemen. De NIS2-richtlijn richt zich op een verbetering van de digitale en economische weerbaarheid van de Europese lidstaten. Het doel van de richtlijn is om de cybersecurity op een fatsoenlijk niveau te brengen en te houden. Binnen het project Cybersecurity Noord-Nederland is deze checklist met een uitwerking van de beveiligheidseisen ontwikkeld door een afstudeerstudent, zodat het voor organisaties makkelijke te bepalen is of zij moeten voldoen aan de NIS2-richtlijn en op welke manier dit zou kunnen.Disclaimer: De afstudeeropdracht wordt uitgevoerd door een vierdejaarsstudent in het kader van zijn/haar afstuderen bij het Instituut voor Rechtenstudies. De student levert een juridisch beroepsproduct op en doet daartoe onderzoek. De student wordt tijdens de uitvoering van zijn/haar afstudeeropdracht begeleid door een afstudeercoach. De inspanningen van de student en de afstudeercoach zijn erop gericht om een zo goed mogelijk beroepsproduct op te leveren. Dit moet opgevat worden als een product van een (vierdejaars)student en niet van een juridische professional. Mocht ondanks de geleverde inspanningen de informatie of de inhoud van het beroepsproduct onvolledig en/of onjuist zijn, dan kunnen de Hanzehogeschool Groningen, het Instituut voor Rechtenstudies, individuele medewerkers en de student daarvoor geen aansprakelijkheid aanvaarden.
Op grond van de AVG is de verwerkingsverantwoordelijke verplicht om een datalekregister bij te houden. Daarnaast wordt aangeraden om een datalekprotocol te hebben of enige vorm van een stappenplan rondom de signalering, melding, vastlegging en analyse van een datalek binnen de organisatie. Ook mkb-bedrijven uit Noord-Nederland moeten, wanneer zij persoonsgegevens verwerken, voldoen aan de AVG. In de praktijk blijkt dat men wel wil voldoen, vaak ook wel deels voldoet, maar niet precies weet hoe je dit het handigst kunt doen, omdat privacy geen onderdeel is van hun core business en ze vaak ook geen FG of andere privacy-medewerker in dienst hebben. Een datalek is echter wel een risico voor de organisatie: er kan een lek zijn in de cybersecurity van een bedrijf, er is een risico op aansprakelijkheidstelling wegens schade, danwel de kans op een boete van de AP. Ter vergroting van de digitale weerbaarheid van de mkb-ondernemingen in Noord-Nederland hebben derdejaars-studenten van HBO-rechten een mkb-datalekkenprotocol ontwikkeld. Disclaimer:Deze opdracht is uitgevoerd door studenten in het kader van hun opleiding bij het Instituut voor Rechtenstudies. De studenten leveren een juridisch beroepsproduct op en doen daartoe onderzoek. De studenten wordt tijdens de uitvoering van de opdracht begeleid door een coach. De inspanningen van de studenten en de coach zijn erop gericht om een zo goed mogelijk beroepsproduct op te leveren. Dit moet opgevat worden als een product van (derdejaars)studenten en niet van een juridische professional. Mocht ondanks de geleverde inspanningen de informatie of de inhoud van het beroepsproduct onvolledig en/of onjuist zijn, dan kunnen de Hanzehogeschool Groningen, het Instituut voor Rechtenstudies, individuele medewerkers en de studenten daarvoor geen aansprakelijkheid aanvaarden.
Lopend
Niet bekend