Eveline Wouters en Manon Peeters-Schaap, onderzoekers aan Fontys Hogeschool, bekijken hoe wearables zoals smartwatches kunnen bijdragen aan de gezondheidszorg. Ze sluiten niet uit dat zulke wearables er in de toekomst grootschalig ingezet kunnen worden. We bespreken de voors en tegens met hen zoals ze deze ook met hun studenten voortdurend reflecteren op de voor- en nadelen van data-analyse.
Met behulp van smartwatches stresslevels meten kan van enorme meerwaarde zijn in bijvoorbeeld de dementiezorg. Gebruikt de zorgprofessionals deze data in combinatie met informatie uit observaties, dan heeft die goud in handen. Zo kan onbegrepen gedrag ten gevolge van stress voorkomen worden, in plaats van steeds te de-escaleren. Dat is prettiger voor zorgprofessionals én cliënt.
Stresslevels meten of er tijdig op inspelen, kan een hoop zorgen voorkomen. Bijvoorbeeld bij mensen met dementie die door bepaalde triggers onbegrepen gedrag vertonen. Of bij mensen met autisme die ergens specifiek op reageren. Als je meet wanneer de stresswaarden stijgen, dan kun je precies pinpointen welke gebeurtenis tot stress leidt. Zo kun je vroegtijdig de angel eruit halen én inspelen op de situatie voordat die escaleert. Manon: "Zonder meting weten zorgprofessionals lang niet altijd wat de oorzaak van gedrag is en blijft het zich steeds herhalen. Data van deze metingen verhelderen de situatie. Daardoor kunnen bijvoorbeeld mantelzorgers beter het gesprek aangaan: met objectieve data kunnen zij het gedrag beter duiden en erover praten."
De data uit stressmetingen met wearables zijn van enorme waarde, mits in de juiste context geplaatst. Want alleen data zijn niets, waarschuwen Eveline en Manon. "Aan de data zie je alleen wanneer stresswaarden stegen. Maar stress is niet altijd negatief. Wanneer je iets leuks gaat doen, stijgt je hartslag ook en ziet een wearable dat ook als stress. Daarom is de meting pas nuttig als je de data combineert met observaties." Dat is ook precies wat het onderzoek beoogt: het toetst hoe zorgprofessionals wearables in de toekomst kunnen inzetten. "Plat gezegd kun je aan de meting zien of iemand over een uur onbegrepen gedrag gaat vertonen. Daarbij is het van belang om het gedrag ook te observeren, zodat je weet wat er voorafgaand aan dat gedrag gebeurt. Als de zorgprofessionals dat helder hebben, kunnen ze de zorg erop aanpassen en dergelijke situaties voorkomen."
Zoals uitgelegd kunnen de data in goede handen en met de juiste context escalatie voorkomen. De zorgprofessionals hoeven niet langer te de-escaleren, maar kunnen de patiënten bijvoorbeeld uit een situatie halen waarin ze stress krijgen. Ook krijgen zorgprofessionals inzicht in wat hun eigen gedrag met de patiënten doet. Daarbij geldt wederom: met deze informatie kan worden geanticipeerd in plaats van gede-escaleerd.
We zeiden het al: data alleen zijn niets. Want stress is niet altijd iets negatiefs. Een wearable kan geen onderscheid maken tussen positieve en negatieve stress. Wanneer patiënten gebruikmaken van wearables, kan daarom het risico ontstaan dat er verkeerde conclusies getrokken worden. Eveline: “Onze pilots met gezonde mensen leidden tot interessante inzichten. Zo bleek dat de wearables bij iemand de hele dag al hoge stress signaleerden. Daarom besloot die persoon 's avonds het sporten maar over te slaan, want de stress was al zo hoog. Daaruit leren wij dat de data niet op zichzelf staan. Dat is natuurlijk niet de bedoeling en ook direct het risico van beschikbare data zonder juiste kennis of context.”
Eveline en Manon zien ook potentie in meer samenwerking tussen verschillende disciplines. Zo hoeven zorgprofessionals het ook weer niet helemaal over een andere boeg te gooien. Eveline: “Je mag accepteren dat je niet weet wat de ruwe data zeggen. Graag zelfs. Ik denk dat dat geruststellend is voor zorgprofessionals: ze hoeven niet óók IT’er te worden. In plaats daarvan zien wij mogelijkheden in samenwerking tussen ICT’ers en zorgprofessionals. Sterker nog: in ons onderzoek zien we die samenwerking al tot stand komen onder onze studenten", vult Manon aan. "Volgens mij verrijkt het je werk als je andere competenties aanhaakt en toegeeft dat je het niet helemaal alleen kunt. Bij dit soort technieken is juridische én technische kennis vereist. Verschillende disciplines versterken elkaar juist."
Veranderingen zoals deze roepen weerstand op. Dat onderkennen beide onderzoekers ook. Eveline: “Dat het werk van zorgprofessionals verandert, zien we de kaatste jaren steeds duidelijker. Patiënten hebben zoveel toegang tot informatie dat ze eigenlijk zelf al hebben gezocht naar wat er aan de hand kan zijn, en alleen nog maar de bevestiging van de zorgprofessionals willen krijgen. Het kan zomaar gebeuren dat patiënten zelf op basis van de data uit wearables ideeën voor hun behandeling hebben, terwijl ze geen medische kennis hebben. Zorgprofessionals zullen daarop moeten anticiperen en de juiste inzichten moeten verschaffen om de data te duiden. Ze moeten die inzichten dus zelf ook hebben.”
Publinova besteedde eerder al aandacht aan zorg op afstand. Klik hier:
https://publinova.nl/article/6856dedf-aafc-496d-95b9-102914ae74e1
Overheidsorganisaties worstelen met de vraag hoe er meer en andere burgers kunnen worden betrokken bij maatschappelijke vraagstukken. De inzet van digitale participatietools lijkt een oplossing. De keuze voor de inzet van online of offline participatietools wordt vaak intuïtief gemaakt, op basis van aannames of ervaringen. Om effectieve participatieprocessen te ontwerpen is het nodig om onderbouwde keuzes te maken voor de inzet van online en/of offline participatietools. Doel Doel van dit project is om meer inzicht te krijgen in de werking van online en offline participatietools. Hoe dragen tools bij aan de doelen van burgerparticipatie? Welke burgers worden bereikt? Hoe verlopen interacties? En met welke uitkomsten? Onze resultaten maken duidelijk in welke contexten online en offline participatietools bijdragen aan effectieve participatieprocessen. Resultaten Doel van het project is komen tot een (concept) strategie-instrument dat initiatiefnemers van participatieprocessen helpt bij het ontwikkelen van geïntegreerde online en offline participatiestrategieën. Keuzes voor participatietools kunnen hiermee worden gemaakt op basis van wetenschappelijke kennis. De resultaten zijn onder andere gedeeld via de slotbijeenkomst. Hierbij gaf Christine ook een minicollege over online en offline participatietools. Bekijk het minicollege. Downloads Longread keuzes maken voor participatietools Visual keuzes maken voor participatietools Blog Frankwatching Burgerparticipatie zo kies je de juiste tools Looptijd 01 januari 2020 - 01 april 2021 Aanpak In dit KIEM-project gebruiken we bestaande wetenschappelijke kennis over offline en online interacties voor de ontwikkeling van het concept strategie-instrument. Dit instrument wordt ontwikkeld aan de hand van inzichten in het verloop van, de wisselwerking tussen, en de inhoudelijke uitkomsten van online en offline interacties als onderdeel van participatieprocessen in drie gemeenten.
MULTIFILE
Dasha Ilina’s video work Advice Well Taken: Folk Tales of Digital Savation uses the ‘techlore’ concept to find out what ‘urban legends’ are in the age of smartphones. You can watch the ‘director’s cut’ of the video installation here. You can also have a look at a selection of the catalogue here. The 2023 Impakt Festival information about the installation can be found here. The essay was commissioned by Dasha Iina for the catalogue that came out in November 2023 during the Impakt Festival in Utrecht, where the video installation premiered. Read the ‘cookie conversation’ with the artist here, conducted by the Impakt Festival.
MULTIFILE