Publinova is hét landelijke platform voor open praktijkgericht onderzoek. Publinova is een samenwerking tussen de Nederlandse hogescholen, Vereniging Hogescholen, SIA en SURF.
OBJECTIVE: We designed a Patient and Family Participation Education Program (PFEP) with the aim of fostering a positive attitude and enhancing the competencies of hospital nurses required for effective patient and family participation in care.METHODS: In a Dutch university hospital, we conducted a before-after study. The PFEP comprising three courses: family conversation, supporting shared decision-making, and health literacy. We assessed nursing attitudes using the FINC-NA questionnaire and competencies with a separate questionnaire before and three months after the program. Changes in attitudes and competencies were analyzed using regression analysis.RESULTS: Twenty-two nurses participated in the education group, and 58 participated as controls.After three months, the change scores for the education group were statistically significantly higher on the total attitude score (FINC-NA) compared to the control group. Moreover, in six out of twelve competencies, the education group demonstrated significantly higher scores than the control group.CONCLUSION: The educational program appeared effective in promoting nurses' attitudes and feelings of competencies towards patient and family-centered care.INNOVATION: A blended education program focusing on patient and family has potential value for implementation in hospital care settings, especially for hospitals aiming to cultivate a more patient- and family-centered environment.
LINK
In this article, we show how elderly clients in Dutch dietary consultations adjust dietitians’ history taking questions that suggest a cause for weight loss. Using conversation analysis and discursive psychology, we analyzed the history taking phase of recorded primary care conversations of 7 dietitians with 17 clients with malnutrition (risk). In response to the dietitian's history taking question, clients repeatedly present: 1) a problem in which weight loss is presented as unexpected and a conscious reduction in dietary intake is (therefore) not an issue, 2) a problem for which they cannot be held responsible, but which at the same time acts as a reason for reduced dietary intake, 3) a problem in which higher dietary intakes have been recommended by a third party that have proved impracticable. In these adjusted diagnostic explanations, clients emphasize the multidimensionality of their weight loss, which concurrently provides an explanation as to why they cannot be (solely) held responsible for their reduced dietary intake. Clients’ adjusted diagnostic explanations make relevant an evaluation by the dietitian. Dietitians’ subsequent lack of uptake leads to clients recycling diagnostic explanations to still get a response from the dietitian. Our findings offer insight into improving client-centered counseling by paying attention to clients’ adjusted diagnostic explanations.
DOCUMENT
Dit onderzoek heeft, in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de omvang, aard en reikwijdte van discriminatie in het (semi)publieke domein in kaart gebracht. Daarbij is gekeken in welke sub-domeinen met discriminatie relatief veel voorkomt. Ook is er aandacht voor de specifieke context waarbinnen discriminatie-incidenten plaatsvinden. Tot slot is een verkenning gedaan welke maatschappelijke partijen kunnen bijdragen aan de aanpak van discriminatie in publieke ruimtes en op welke wijze. Om op deze vragen een antwoord te geven zijn verschillende methoden van onderzoek gebruikt: • Een deskresearch dat specifiek ingaat op discriminatie in de publieke ruimte • Een surveyonderzoek waaraan 2261 volwassen Nederlanders hebben meegewerkt dat een representatief beeld geeft van de aard, omvang en reikwijdte van ervaren discriminatie in de publieke ruimte. • Verdiepende interviews met acht mensen die discriminatie in de publieke ruimte hebben ervaren, vanuit een narratieve onderzoeksmethode. • Focusgroepen met maatschappelijke partijen die mogelijk kunnen bijdragen aan het aanpakken van discriminatie in de (semi)publieke ruimte.
DOCUMENT
Dit project is de Studie Huidig Energiesysteem van het RVO programma Ondersteuning Nationale Parken - Energietransitie en Participatie Nationaal Park Drentsche Aa. Het project omvat een beleidsanalyse, enquête onder inwoners en gesprekstafels met inwoners over hoe cultuurhistorie en de energietransitie al dan niet samen kunnen gaan in het nationaal park. De visie vormt daarmee niet een beleidskader maar een handreiking naar overheden en ontwikkelaars. Deze gebiedsvisie vormt eveneens input voor een andere studie uit het genoemde programma waarbij lokale gemeenschappen uit acht dorpen in vervolgprojecten, begeleid door de NMFD en BOKD, aan de slag gaan met het ontwikkelen van energiedorpsvisies en concrete energieprojecten.
In Samen Besparen staat het bestrijden van armoede, het betrekken van mensen met een lage Sociaal Economische Status bij de energietransitie en het verduurzamen van een woonwijk centraal. Door aan te sluiten bij de behoeften en wensen van de bewoners en het nauw samenwerken met sociale partners, wordt getracht de woonwijk zowel duurzamer als leefbaarder te maken.volgtIn Samen Besparen staat het bestrijden van armoede, het betrekken van mensen met een lage Sociaal Economische Status bij de energietransitie en het verduurzamen van een woonwijk centraal. Door aan te sluiten bij de behoeften en wensen van de bewoners en het nauw samenwerken met sociale partners, wordt getracht de woonwijk zowel duurzamer als leefbaarder te maken.Uit een pilot met een bestaande en doorgaans succesvolle actie, is gebleken dat veel bewoners niet voldoende mogelijkheden hebben om actief met energiebesparing aan de slag te gaan. Ze hebben schulden en andersoortige problemen die ertoe leiden dat energiebesparing niet een hoge prioriteit heeft. Wel is gebleken dat bewoners welwillend staan ten opzichte van duurzaamheid en energiebesparing.Hoe kan een probleemwijk i.s.m. alle instanties waarmee bewoners contact hebben, verduurzaamd worden? Subvragen: 1. Hoe kan energie armoede bestreden worden? 2. Hoe kunnen we mensen met een lage sociaal economische status laten participeren in de energietransitie? 3. Hoe komen we tot een integrale wijkgerichte aanpak, waarin aandacht is voor alle problemen die in de wijk spelen?Er zijn semi-gestructureerde interviews afgenomen om de uitgangspositie (energiegebruik en energiebewustzijn) en wensen van de bewoners beter in kaart te brengen. Op basis hiervan is een traject gestart waarin aangesloten wordt bij initiatieven van bewoners (bijvoorbeeld het organiseren van een buurtfeest) en energiecoaches die speciaal voor deze doelgroep opgeleid worden, samen met sociale partners de bewoners helpen om energie te besparen. Hiernaast is gestart met het uitvoeren van een sociale netwerkanalyse en een belangenanalyse omdat is gebleken dat de bewoners met vele instanties te maken hebben. Op basis hiervan zal getracht worden om in samenwerking met de gemeente Assen en de provincie Drenthe een plan van aanpak op te stellen middels keten- en procesregie om de wijk te verduurzamen en sociaal-economisch te versterken.
Kerntaak van de verenigingsondersteuner is om bij te dragen aan ‘vitalisering’ (het maatschappelijk toerusten en toekomstbestendig maken) van de sportvereniging. De sportvereniging heeft daarbij niet alleen te maken met de behoeften van de eigen leden. Van sportverenigingen wordt een steeds grotere maatschappelijke bijdrage gevraagd (denk aan gezond opgroeien, sociale cohesie, integratie, participatie), en dat lukt alleen als elke sportvereniging een strategie uitstippelt die inspeelt op het eigen karakter van die sportvereniging en op de specifieke context. Ondersteuning op maat van de verenigingsondersteuners is daarbij onontbeerlijk en dat vraagt van deze professionals een ontwikkelingsgerichte procesaanpak. Binnen deze aanpak bekijkt de professional de organisatie als een geheel en open systeem en ontwikkelt vanuit een begeleidende procesrol, in samenwerking met mensen in de organisatie, interventies en strategieën. De verenigingsondersteuners voelen zich echter nauwelijks toegerust voor deze nieuwe procesrol, en hebben dringend behoefte aan nieuwe producten om deze handelingsverlegenheid te verhelpen.Er is veel onderzoek gedaan naar werkingsmechanismen van een ontwikkelingsgerichte procesbenadering binnen organisatieadvisering aan bedrijven en overheden en naar het handelingsrepertoire dat hier bij hoort. Dit is echter nog niet gedaan in de context van organisatieadvies aan sportverenigingen, terwijl uit ander onderzoek wel blijkt dat organisatieadvies in deze context om een andere aanpak vraagt.De onderzoeksvraag die centraal staat in dit project luidt dan ook: Welk handelingsrepertoire heeft een verenigingsondersteuner nodig om een procesgerichte ontwikkelaanpak te kunnen hanteren om te komen tot vitalisering van sportverenigingen?Het project bestaat uit vijf fasen waarin een nieuw handelingsrepertoire voor verenigingsondersteuners wordt ontwikkeld die wordt vertaald in een handleiding en een programma van masterclasses voor de handelingsverlegen verenigingsondersteuners. Daarnaast wordt een evaluatierapport opgeleverd waarin de nieuwe handelingstheorie van verenigingsondersteuners en de opbrengsten hiervan voor verenigingen worden beschreven. Deze producten leiden tot een beter handelingsrepertoire van verenigingsondersteuners tot verenigingsontwikkelaar waarmee de vitalisering van sportverenigingen gestimuleerd wordt.
Het begrip 'praktijkgereedheid van onderzoek' is gedefinieerd. Daarop gebaseerd is het PRO-model ontwikkeld, een hulpmiddel voor onderzoekers om de praktijkgereedheid van hun onderzoek te kunnen analyseren. Model en toelichting zijn beschikbaar voor download, zie het gekoppelde artikel "Hoe meet je praktische relevantie?"Een praktijkgericht onderzoek heeft als doel om nieuwe kennis te ontwikkelen die een bijdrage kan leveren aan de beroepspraktijk. Binnen de Hanzehogeschool Groningen was er behoefte aan een methodiek voor het bepalen van de mate waarin haar praktijkgericht onderzoek gereed is voor de praktijk. Geïnspireerd op de zogenaamde Technology Readiness Levels (TRL) is een model ontwikkeld.
© 2025 SURF